De pimpelmees in Nederland
Pimpelmezen zijn van oorsprong bosvogels. Vandaar dat daar waar bomen zijn, heel vaak ook pimpelmezen leven. Vooral oud loofbos vinden ze een fijne plek, maar ze komen net zo goed naar je tuin als je een nestkast goed ophangt of ’s winters voer voor ze hebt. Pimpelmezen zijn niet veeleisend en hebben zich in de loop van de tijd steeds meer aangepast aan de mens. In herfst en winter zijn ze volop te vinden in onze tuinen en zelfs op balkons, zolang er maar wat te eten valt. De populatie in Nederland groeit gestaag, mede dankzij voldoende nestgelegenheid in zowel bosgebied als stedelijk gebied. Helaas is het wel zo dat veel pimpelmezen een strenge winter niet overleven.
Geluid van de pimpelmees
De zang van de pimpelmees is te omschrijven als schel, helder en hoog, die tegen het einde daalt in felheid en wat versnelt. Als je tuinvogels in tuin of balkon hoort, springt dit ‘piepje’ er geregeld bovenuit. Beluister de verschillende geluiden van de pimpelmees op Vogelgeluid.nl.
Verschil mannetje en vrouwtje
Het is lastig om in één oogopslag – meer tijd heb je vaak niet – te kunnen zien of de pimpelmees in je tuin een mannetje of een vrouwtje is. Handig dus als je weet waar je op moet letten. Het mannetje is wat feller en helderder van kleur. Dat kun je bijvoorbeeld zien aan het ‘petje’ op zijn kop. Verder is de diepblauwe of zwarte streep in zijn nek en om zijn hals en ogen, net een tikje breder dan bij het vrouwtje van de pimpelmees. Het zijn daarmee kleine details waarmee ze zich voor het zicht onderscheiden.
Pimpelmees of koolmees: wat is het verschil?
Het kleine formaat (11-12 cm) is een van de kenmerken waaraan je een pimpelmees kunt onderscheiden van zijn neefje: de koolmees (14 cm). Koolmezen zijn groter en zwaarder, en bovendien minder blauw. De koolmees heeft een overwegend zwarte kop, de pimpelmees herken je aan zijn gele borst, blauwe pet, blauwachtige vleugels en staart. En niet te vergeten: de zwarte streep rond zijn ogen. Bovendien zet de gemaskerde pimpelmees zijn lichtblauwe kuifveertjes soms op om imposanter over te komen.
Nestgedrag van de pimpelmees
Het broedseizoen van de pimpelmees loopt van eind maart tot in juli. Broeden doet hij bij voorkeur in de holte van een boom of in een nestkast. De opening ervan moet klein zijn (ongeveer 28 mm) en ook nog net iets kleiner (ca. 5 mm) dan dat van de grotere koolmees, zodat die er niet door past. Nadat het vrouwtje een partner heeft gekozen voor het broedseizoen, wordt er genesteld en legt ze eitjes. Per seizoen en met hetzelfde mannetje, zijn er één of twee nesten met tien tot twaalf eieren. Tachtig procent ervan komt na twee weken uit en beide ouders zorgen voor het grootbrengen van de jongen. Net als bij koolmezen, start het broedseizoen door de jaren heen steeds iets eerder. Dit hangt samen met de komst van insecten – hun voedsel – die ook steeds eerder in het jaar verschijnen.
Help pimpelmezen in de winter met voedsel
Het lievelingskostje van de pimpelmees zijn insecten, zeker in het broedseizoen als de jongen worden grootgebracht. Rupsen, bladluizen, spinnen en vele andere insecten staan op het menu. Als het kouder wordt, is dit eten er niet en schakelen pimpelmezen over op zaden, vruchten en noten. Denk aan de haagbeuk of berk en natuurlijk aan pinda’s. Zorg dus dat je vetbollen (zonder plastic), pinda’s en zonnebloempitten in je tuin hangt of op je balkon, want zo help je dit meesje de winter door. Pimpelmezen zijn trouwens slimme vogeltjes, die heel inventief zijn als het gaat om bijvoorbeeld nieuwe manieren ontdekken om aan eten te komen. Probleemloos hangen ze ondersteboven aan een pindaketting of vetbol. Dat kunnen ze omdat ze zo klein en licht zijn.
Meer vogels naar je tuin lokken? Lees over de verschillende tuinvogels en ga aan de slag in je tuin om ze te helpen.