De laatste jaren duiken ze in ons land op steeds meer plekken op: voedselbossen. Wat zijn het, wat groeit er en waarom zou je er een beginnen? Buitenleven trok met twee voedselbosexperts door Voedselbos de Overtuin in Rotterdam en Voedselbos Ketelbroek in Groesbeek en leerde verrassende dingen. “Die hosta’s kun je gewoon eten.”

Tekst en foto’s Corine Koolstra

 

“Proeven? Het is Japanse sierkwee”, zegt Max de Corte terwijl hij in Voedselbos de Overtuin een rood bloemetje voor mijn neus houdt. “Het is best lekker.” Voor Coöperatie Ondergrond heeft hij al tientallen voedselbossen aangelegd, dus ik vertrouw erop dat hij weet waar hij het over heeft. En inderdaad. Na een wat bitter begin, krijgt het bloempje de smaak van amandel. Een aparte ervaring. Net zoals de hele rondwandeling door dit Rotterdamse voedselbos voor mij eigenlijk één grote openbaring is. Ik dacht dat ik dankzij mijn moestuin wel het een en ander over eetbare gewassen wist, maar hier, in dit voedselbos in Rotterdam, gaat een wereld voor me open. Neem de jonge scheuten van de hosta’s die uit de grond omhoog piepen: “Die kun je gewoon eten. In Azië is dat een delicatesse”, weet Max. “Of daar, struisvarens. Je oogst ze nét voor ze zich uitrollen. Ze smaken naar asperges.”

 

Dit is een exclusief artikel...

Abonneer je nu op Buitenleven om verder te lezen.

  • Uit het magazine