1. Een goede pot
Kies een mooie pot, bak of mand uit om bloembollen te poten. Zorg ervoor dat er een gat onderin zit, zodat overtollig water makkelijk kan weglopen. Het formaat van de pot is eveneens belangrijk: de pot moet zeker drie keer de hoogte van de bloembol hebben. Alle materialen zijn geschikt, al is terracotta wel kwetsbaar in de winter. Laat deze potten in elk geval op een droge plek staan om te voorkomen dat ze barsten wanneer het vriest. Leuk ook zijn oude bakken en teilen van zink of houten kratten.
2. Vullen met scherven en aarde
Bedek de bodem van de pot met een laagje potscherven, kapotte dakpannen of grind. Dit helpt bij het afwateren. Zo voorkom je dat bloembollen gaan rotten in de winter. Heb je zware of grote potten? Gebruik dan eventueel een (kunststof) binnenpot. Deze zet je op een steen, waardoor de afwatering ook vanzelf gaat. Bovenop de scherven strooi je zoveel potgrond tot circa 2/3 van de pot is gevuld. Vuistregel is dat je een bloembol drie keer zo diep plant als hij groot is. Plant je krokusjes aan, dan vul je een grote pot dus met meer aarde. Of, voordeliger, met een dikkere laag potscherven of grind. Gebruik zanderige potgrond zonder turf. Deze hoeft geen voeding te bevatten; bloembollen halen hun voeding uit de bol zelf. Voeg ook geen mest toe; dit kan de wortels verbranden.
3. Kies je bloembollen
Bepaal van tevoren hoe je de pot wilt beplanten. Ga je voor een hele mand vol met krokusjes of tulpen? Wil je een bonte mix maken of juist één kleur gebruiken? Als je meerdere potten beplant, kun je in de lente echte pottenborders maken met bloeiende bollen. Kies voor biologische bloembollen als je wilt bijdragen aan de biodiversiteit in je tuin. En als je het helemaal goed wilt aanpakken, kies je voor stuifmeelrijke soorten waar hongerige bijen van kunnen profiteren in het prille voorjaar. Lees meer over bloembollen voor bijen. Inspiratie voor mooie combinaties kun je opdoen op Bloembol.org.
4. Bloembollen poten
Bloembollen kun je poten tot het gaat vriezen. Het is mooi als de wortels zich voor die tijd goed hebben kunnen ontwikkelen. Plant de bloembollen dus liever te vroeg aan dan te laat. Leg de bloembollen op de aarde met het groeipunt omhoog. Schep hier aarde overheen zodat ze ongeveer drie bollen diep onder de grond zitten. Vul de pot af met grond tot 1 cm onder de rand van de pot. In principe kunnen bollen wel wat vorst hebben. Gaat het echt flink vriezen, dan kun je de potten eventueel omwikkelen met noppenfolie of afdekken met stro. Geef de potten een zonnige plek in je tuin, op je balkon of terras.
5. Ga voor lasagnebeplanting
Wist je dat je met bloembollen ook minituintjes kunt maken? Hiervoor pas je lasagnebeplanting toe, waarbij je de bollen in lagen aanplant, zoals bij lasagne. Begin hiervoor met laatbloeiende bloembollen, zoals tulpen en sieruien, en leg ze onder in de pot op de aarde. Schep hier een laagje aarde overheen. Hierop leg je bloembollen die in april bloeien, zoals hyacint en narcis. Je eindigt met de vroegbloeiende soorten, waaronder krokussen en blauwe druifjes. Om te voorkomen dat je de hele winter tegen zwarte aarde aankijkt, kun je boven in de pot winterviolen, winterheide of kerstrozen planten. Zo heb je van het najaar tot in mei plezier van je bloempot. Nog een voordeel van lasagnebeplanting: tulpen en sieruien staan op hun windgevoelige, lange stelen een stukje steviger tussen het loof van andere bollen. Bekijk ideeën voor kleurcombinaties van voorjaarsbloeiers.
6. Spreid de bloeiperiode
Met lasagnebeplanting heb je lekker lang plezier van je bloeiende potten. Maar er is nog een manier om de bloeitijd te spreiden. Door een aantal potten vorstvrij weg te zetten in bijvoorbeeld een bijkeuken, zullen deze bollen zich al wat eerder ontwikkelen. Laat ze langzaam wennen aan de kou, voordat je ze helemaal buiten zet. Ook kun je een deel van de bollen wat later aanplanten, zodat ze ook later bloeien. Belangrijk hierbij is dat ze donker en droog worden bewaard.
7. Niet vergeten: water geven
Geef voorjaarsbloeiende bloembollen meteen na het planten een beetje water. Zo worden ze aangespoord om wortels te maken. Hoe eerder de wortels gevormd zijn, hoe beter de bloembol tegen kou en vorst kan. Bloembollen in potten hebben in de periode na het planten ook nog water nodig omdat de grond in potten sneller uitdroogt. Zorg ervoor dat de aarde altijd lichtvochtig aanvoelt, maar laat de potten niet kletsnat regenen. Zeker bij lasagnebeplanting bestaat dan de kans dat de bollen gaan rotten.