Vanaf september kunnen bloembollen de aarde in voor een kleurrijke lente. Wist je dat frêle vroegbloeiers als krokus en sneeuwroem belangrijke stuifmeel- en nectarbronnen zijn voor hongerige bijen, hommels en vlinders? Met deze vijf bollentips laat je insecten optimaal meegenieten van bloembollenweelde in je tuin.
1. Koop veilige bloembollen voor bijen en insecten
Er is veel te doen over bestrijdingsmiddelen in bloembollenland. Helaas zijn de meeste telers zijn nog niet ‘om’. De meningen lopen uiteen over het effect van dit gif op bijen en andere insecten. Als je kiest voor biologische bloembollen of speciale (biologische) bloembollenmengsels voor insecten, weet je in ieder geval zeker dat ze uit de schone grond komen. Op de website van bijenlandschap vind je een lijst met verkoopadressen.
2. Kies voor stuifmeelrijke soorten
Net als bij vaste planten produceert de ene bloembol meer bijenvoedsel dan de andere. Daarnaast is het stuifmeel van de ene bloem toegankelijker dan dat van de ander. Vlinders kunnen er vaak met hun lange tong nog wel bij, bijen daarentegen moeten er helemaal in kruipen om bij de bron te komen. En dat kost in het koude, vroege voorjaar extra veel energie. Daarom is het belangrijk dat je voor toegankelijke bloemen kiest. Echte (open) stuifmeelbommetjes onder de lentebollen zijn grootbloemige krokussen, oosterse anemonen, hyacinten, Bulgaarse ui en sierui.
3. Let op de bloeiperiode
In de natuur bloeit er in januari en februari nog relatief weinig. Terwijl de insecten juist dan hongerig uit hun winterslaap komen en op zoek gaan naar energie (nectar) en voeding voor larven (stuifmeel). In je eigen tuin kun je helpen met het aanplanten van bloembollen. Kies dan vooral voor soorten die zich in januari en februari openen. Denk aan sneeuwklokjes, winterakonieten, boeren- en grootbloemige krokusjes, sterhyacinten en sneeuwroem.
4. Neem een zonnige standplaats
Geef bloembollen een zonnige standplaats of kies voor lichte schaduw. Dit versterkt de productie van stuifmeel en nectar. Bovendien verspreiden de bloemen dan een sterkere geur, zodat de insecten de weg makkelijk kunnen vinden. Bijen gaan met circa 10 graden op pad om stuifmeel te zoeken. Op een zonnige plek voelen ze zich in het prille voorjaar dus prettiger dan in de schaduw.
5. Selecteer bloembollen op bloeikleur
Heb je zelf geen voorkeur voor een bloeikleur, volg dan de smaak van bijen en hommels. Uit onderzoek blijkt dat ze het liefst afkomen op witte, gele en blauwe bloemen. Vlinders daarentegen zijn dol op paars. En wist je dat veel bloemen een honingmerkje dragen? Dit streep- of stippelpatroon is een handige wegwijzer voor insecten; het leidt ze direct naar de voedselbron. Zo hebben sneeuwklokjes vaak groene stipjes op de binnenste bloemblaadjes. Tip: kijk voor meer ideeën over tuinieren met bloembollen op deze speciale bloembollenwebsite.
Ben je helemaal gek op bollen? Lees dan ook ons bericht over verwilderingsbollen. Het vroege najaar is dé periode om deze te planten.