Brem is een bekende en zeer uitbundige lentebloeier. De fijn gevormde vlinderbloemen in vrolijk geel, lieflijk roze of wijnrood vullen de voorjaarstuin met een heerlijke honingzoete geur.

Tekst en foto’s Modeste herwig

 

De rijkbloeiende brem kun je op zandgrond in kustgebieden tegenkomen. Deze struik kleurt ook droge bermen, taluds en heidevelden in de vroege zomer voor ongeveer zes weken geel. Naast zonnig geel zijn er soorten die witte, rode, pastelroze of paarse bloemen hebben. Voor elk wat wils dus. De bekendste brem voor de tuin heet Cytisus, gewone brem, bezembrem of geitenklaver. Onder dit geslacht vallen zo’n zeventig soorten, die vooral in het Middellandse Zeegebied voorkomen. De buigzame twijgen van inheemse bezembrem (Cytisus scoparius) werden vroeger gebruikt om bezems van te maken. Verfbrem of heidebrem (Genista), waarvan meer dan negentig soorten bekend zijn, is ook vaak als tuinplant te zien. Ze groeien oorspronkelijk in Europa, Noord-Afrika en West-Azië. Nu de zomers warmer en droger lijken te worden, is brem een welkome struik in onze tuinen. Bijna alle soorten kunnen namelijk prima tegen droogte en groeien het liefst op een warme plek in de volle zon.

Dit is een exclusief artikel...

Abonneer je nu op Buitenleven om verder te lezen.

  • Uit het magazine