Plant in het najaar
Voor iedere tuin is wel een geschikte boom te vinden, ook voor een kleine tuin. In november, als de bladeren zijn gevallen, is het een uitstekend moment om te planten. Bomen steken geen energie meer in groei of het aanmaken van nieuw blad en gaan in ruststand. Voor jou hét moment om in actie te komen: stroop je mouwen op en graaf een plantgat voor een van deze prachtige bomen.
Zeldzaam en naaktbloeiend
De judasboom (Cercis siliquastrum) zie je niet veel in Nederland. Dit is een naaktbloeier: de roze bloemen groeien in groepjes op de takken en de stam. “Deze boom is mijn favoriet omdat hij heel bijzonder en uitbundig bloeit. Ook het hartvormige blad en de zaadpeulen na de bloei zijn prachtig”, aldus Lieuwe Westra van Tuinkeur. De judasboom groeit traag en is na tien jaar nog steeds compact. Daardoor leent hij zich prima voor een kleine tuin. Uiteindelijk kan hij een hoogte van vijf tot tien meter bereiken. Hij staat het liefst op een zonnige plek en je hoeft hem bijna niet te snoeien. Lieuwe: “In juni of juli haal je alleen dode of uitstekende takken eruit, zodat de kroon mooi in vorm blijft. Voor de rest laat je hem lekker met rust.
Langzame groeier: de amberboom
De bladeren van de amberboom (Liquidambar styraciflua ‘Gum Ball’) zijn net handjes vanwege de vijf punten. Het blad is frisgroen in het voorjaar en verkleurt in de herfst naar geel, oranje, rood en diep purper. Lieuwe: “Die herfstverkleuring vind ik het bijzondere aan deze boom. Maar ook de stekelachtige zaaddozen die zich soms vormen en de lekkere geur van gom. Als je het blad tussen je vingers wrijft, komt de reuk vrij.” De amberboom groeit langzaam en wordt ongeveer drie meter hoog. Hij heeft weinig onderhoud nodig: indien nodig snoei je hem in maart in vorm, dat is genoeg. Zet hem op een halfschaduw of zonnige plek.
Tussen loofboom en conifeer
De Japanse notenboom (Ginkgo biloba) kan wel enkele duizenden jaren oud worden. Zijn medicinale werking wordt al sinds mensenheugenis benut. Hij ziet eruit als een mediterrane loofboom, maar zit qua soort tussen een loofboom en conifeer in. Van dichtbij zie je in het blad allemaal streepjes, alsof het naalden zijn die aan elkaar zijn geplakt. Lieuwe: “Dit is een heel aparte en sterke boom. Je ziet geen hoofd- en zij-nerven, zoals bij loofbomen. Let bij de aanschaf wel op de vorm van de variëteit die je koopt.” De bolvormige Ginkgo biloba is met zijn hoogte van drie meter een perfecte boom voor de kleine tuin. Het liefst staat hij in de halfschaduw of op een zonnige plek, niet te nat. Snoeien hoef je niet veel. Alleen als het nodig is, knip je dode of uitstekende takken weg. Tip: vraag de kweker naar een mannelijk exemplaar. De vruchten van een vrouwelijke Japanse notenboom stinken namelijk als je ze kapot trapt.
Natuurlijk zijn er meer bomen die zich lenen voor kleine tuinen. Bijvoorbeeld de lampionboom met zijn jaarronde sierwaarde.