Voor wie blij is met zijn plant en er wel meer van wil hebben, is zomerstekken een goed idee. Bijvoorbeeld van je favoriete heesters, kruiden of vaste planten. Zo krijg je er nog meer! Deze DIY helpt je op weg.
Planten maken
De maanden juni, juli en augustus zijn de ideale periode om een zomerstek te nemen. Bij het vermeerderen door stekken maak je eigenlijk een kloon van de moederplant. De jonge plant heeft dus dezelfde eigenschappen als de oudere plant. Heb wel geduld, het duurt een aantal jaren voordat het stekje tot een volwaardige plant of struik is uitgegroeid.
Zo doe je het
- Snijd of knip een jong takje af (zonder bloemen) van ongeveer 10 cm. Je kunt ook een takje van een hoofdtak trekken, zodat er een stukje bast (ook wel ‘hieltje’ genoemd) meekomt
- Verwijder de onderste blaadjes
- Heeft het stekje groot blad? Knip dan de bovenste bladeren voor de helft af
- Dompel de takjes eventueel in stekpoeder en zet ze in potjes aarde weg op een schaduwrijke plek. Je kunt in plaats van groeipoeder ook potgrond gebruiken, die je mengt met een beetje turfmolm en flink wat scherp zand
- Zet de stekjes eventueel onder glas of plastic. Je kunt hiervoor een kamerkasje gebruiken, speciale plastic kapjes of gewoon een plastic zakje
- Zorg dat de grond niet uitdroogt en bescherm de stekjes tegen felle zon
- Zet ze de eerste winter op een vorstvrije plek. Als ze aanslaan, kun je ze na de zomer uitplanten
- In het voorjaar kunnen de jonge struikjes naar buiten
Nog meer stekken?
Meer informatie, tips en stekmanieren staan omschreven in Buitenleven 2018/4. Dit nummer kun je nabestellen via onze shop.