Je herkent deze sierlijke weidevogel aan zijn lange snavel en slanke stelten: de grutto. Net als de kievit roept hij zijn eigen naam. Sinds 2015 is de grutto de nationale vogel van Nederland, maar helaas gaat het niet goed met deze ‘koning van de weide’. Het aantal broedparen neemt ieder jaar met 5% af.
Trouwe trekvogels
Als nationale vogel hoort de grutto (Limosa limosa) bij het karakteristieke Hollandse waterland met molentjes, sloten en koeien. De grutto is een broedvogel die iedere lente hier zijn jongen krijgt en grootbrengt. Vanaf februari vliegen vele soortgenoten in groepen vanuit Zuidwest-Europa of Afrika noordwaarts. Ze verzamelen zich dan vooral in de vochtige veenweiden en kruidenrijke graslanden van Friesland, Noord- en Zuid-Holland. De partners blijven elkaar trouw en samen keren ze terug naar de plek waar ze voor het eerst hebben gebroed.
Steeds minder grutto’s
Maar liefst 90% van de gehele populatie grutto’s in Noord-Europa broedt in ons land. Van de wereldwijde populatie is dit meer dan de helft. Dat is goed nieuws, maar toch heeft de weidevogel het hier moeilijk. Het aantal broedparen daalt ieder jaar met 5%. Zo zaten hier in 1990 nog 100.000 paren, rond 2015 waren dit er nog slechts 35.000. Dit is grotendeels het gevolg van het verdwijnen van de natte, kruidenrijke graslanden, het leefgebied van de grutto. Door intensieve landbouw worden deze grote vlaktes ontwaterd en strak gemaaid. Ook de verdroging van de natuur is een probleem. Zo verdwijnen steeds meer planten en insecten terwijl ook het bodemleven verschraalt. Funest voor gruttokuikens, maar ook voor de volwassen vogels. Roofdieren als marters, ooievaars, roofvogels en katten dragen eveneens bij aan de dramatische afname. Het ‘Aanvalsplan Grutto’ dat in 2021 wordt ingezet, moet daar verandering in brengen. De meeste grutto’s vind je nu nog in beschermde weidevogelreservaten, waar het land mag vol stromen en het maaibeleid is aangepast.
Een grutto herkennen
Als je een lange, rechte snavel ziet bij een weidevogel, weet je zeker dat je met de grutto te maken hebt. De snavel loopt van geeloranje uit in een zwarte punt. Maar ook de lange stelten zijn een kenmerk van deze grote, slanke vogel die ruim 40 cm groot kan worden. Daarnaast roept de grutto, net als de kievit, zijn eigen naam. ‘Gruttóóó, gruttóóó’, vaak heel snel achter elkaar. Maar anders dan de kievit is de toon hoger op de eerste lettergreep. Het verenpak van onze nationale vogel is grijsbruin met een vaak roze tot oranjebruine borst. Als het mannetje in de rui is, kan die roodbruin kleuren. Wanneer de grutto vliegt, zie je een brede witte streep over de vleugels, afgezet met een zwarte band. Dat geldt ook voor de korte, brede staart.
IJslandse en rosse grutto
In Nederland en vooral in Zeeuws-Vlaanderen, tref je ook de IJslandse grutto (Limosa Limosa islandica). Deze herken je in het voorjaar aan een wat roder verenkleed. Ook de tekening van de schouderveren is bonter dan bij de inheemse grutto. Bij jonge IJslandse grutto’s is de snavel korter en zijn delen van de borst en hals oranje gekleurd. Wintergast de rosse grutto (Limosa lapponica) is een echte wadvogel. De snavel van dit strandlopertje wipt iets op en zijn poten zijn korter. Wist je trouwens dat strandloper de grote grijze snip wel wat weg heeft van de grutto? Het roestkleurige zomerverenkleed van deze vogel lijkt op dat van de rosse grutto. Hij heeft ook een lange snavel en de staart doet met de witte en zwarte banden erg denken aan de weidevogel.
Wat eet de grutto?
De grutto kom je tegen in vochtige, kruidenrijke graslanden met een rijk bodemleven. Hier zoeken de vogels met hun lange snavels in de zachte bodem naar insecten. Volwassen dieren voeden zich hier met regenwormen en emelten; de kuikens jagen in het begin vooral op langpootmuggen. Opmerkelijk: tijdens hun trektocht in de winter zijn grutto’s vegetarisch. In Portugal en Spanje leven ze dan van rijstkorrels.
Samen broeden op het nest
Eind maart haalt het mannetje van een broedpaar acrobatische toeren uit om zijn vrouwtje te veroveren. Daarbij roept hij luidkeels zijn eigen naam. Een spectaculair gezicht. Afhankelijk van de temperatuur kunnen grutto’s eind maart al een eerste legsel hebben. Ze broeden hierbij 3-4 eieren uit. Hiervoor bouwen ze een grasnest in een kuiltje in de ruigere stukken laaggelegen grasland. Dit dekken ze netjes af met een vlechtwerk van lange halmen. Het trouwe stel werkt samen, want ze broeden beide op het nest. En waar je één grutto spot, vind je er vaak meer; de vogels nestelen namelijk graag dicht bij elkaar. Op die manier kunnen ze samen natuurlijke vijanden verjagen. Als je geluk hebt, zie je een grutto op een paaltje zitten. Vanaf daar bewaakt het mannetje of het vrouwtje het nest.
Van ei naar kuiken
Is alles goed gegaan tijdens het broeden, dan komen na ongeveer 23 dagen de eieren uit. De kuikens zijn nestvlieders; ze lopen direct uit het nest om al zelfstandig naar eten te zoeken. Het zijn snelle groeiers, want iedere dag groeit hun snavel circa 2 mm en na ongeveer 25 dagen kunnen ze al vliegen. De ouders beschermen de kuikens en houden ze (’s nachts) warm. Vaak heeft de grutto meerdere legsels, tot eind mei kun je gruttonesten tegenkomen tussen lang gras.
Op weg naar het zuiden
Nog voordat de jongen groot zijn, trekken de meeste grutto’s aan het begin van de zomer al naar het zuiden. Jongen die sterk genoeg zijn, vliegen dan al mee. Een deel van de kolonie vertrekt later, tot in augustus: dan kunnen ook de jongste vogels de trektocht aan. Langs de kust zakken ze af naar Frankrijk, Spanje, Portugal. Vanaf daar steken ze over via de Sahara naar Senegal en Guinee-Bissau. Ook zijn er groepen die via Italië naar Afrika reizen.
Lees meer over vogels in Nederland op onze pagina over vogels.