Samen met haar man en twee zoons onderhoudt Ine van Mierlo een moestuin van vierhonderd vierkante meter. De jongens hebben een ‘eigen’ deel van honderd vierkante meter, waarin ze zelf groente en fruit verbouwen. Ine is een pure hobbyist, maar wil haar enthousiasme graag met ons delen! Vanaf nu blogt ze iedere week over haar moestuin voor Buitenleven.

Spreekbeurt

“Ik ben elf jaar geleden begonnen met het aanleggen van een moestuin in de tuin van ons huis in Ruurlo. Sinds vorig jaar hebben Jonne en Wisse, mijn twee zoontjes, een eigen tuin. We helpen ze af en toe met saaie klusjes, zoals onkruid wieden, maar ze doen het meeste zelf!” Jonne (10) is ervan overtuigd: hij wil later bioloog worden. Hij is geïnteresseerd in de manier waarop de natuur groeit. Die interesse probeert hij ook aan te wakkeren in kinderen uit zijn klas. “Jonne gaf laatst een spreekbeurt over de moestuin. In eerste instantie vonden zijn klasgenootjes het maar saai. Maar aan het einde van zijn presentatie kreeg hij een staande ovatie! Wat ook hielp: we hadden scones en broodjes gebakken en zelf kruidenboter en jam gemaakt. Dat viel in de smaak!”

Moestuin opeten

Wisse (8) is ook gek op het opeten van zijn oogst. Met een oogstkar van zijn opa rijdt hij heen en weer door de tuin. Daarin verbouwt de familie knoflook, aardbeien, diverse bessen, peultjes, doperwten, bietjes, tomaten, sla, asperges, rabarber, uien, wortelen, suikermais, appels en peren. “En ik ben vást nog iets vergeten.” In de siertuin iets verderop staan planten, struiken en bomen die vruchten, bloemen of noten opleveren. De opbrengst vindt meestal zijn weg naar de keuken, waarin Ine graag haar tijd doorbrengt. De recepten deelt ze op haar blog.

Zelf een moestuin aanleggen? Ine’s tips:

– Zorg voor een vaste basis: planten of struiken die meerderjarig zijn, bijvoorbeeld bessenstruiken, rabarber, frambozenstruiken. Deze planten zijn niet onderhoudsvrij, maar zorgen voor minder werk en zijn erg lekker en voor meerdere doeleinden geschikt.

– Begin niet meteen met ‘moeilijke’ groenten, zoals koolsoorten. Probeer eerst groenten als sla, spinazie en mais.

– Willen de kinderen meewerken in de moestuin? Kies planten die snel opkomen, zoals radijs en tuinkers. Die kunnen binnen drie tot vier weken geoogst worden.

– Gebruik waar het kan een worteldoek. Zo hebben de kinderen minder om te schoffelen en een fijne ondergrond om onkruid te wieden.

– Help kinderen met het saaiere werk zoals het onkruid wieden. Op deze manier blijft het tuinieren leuk en houden ze het langer vol, want het uiteindelijke doel is dat ze de natuur leren ontdekken en begrijpen.

– Lees vooraf een aantal blogs, boeken of magazines over tuinieren.

– Let bij het zaaien op vrienden en vijanden. Wat kan wel en niet naast elkaar worden geplant? De natuur kan heel behulpzaam zijn, maak daar gebruik van!

– Denk aan vakantieperiodes. Het is net als bij een huisdier, die kun je ook niet zomaar achterlaten. Er zijn genoeg mensen die een tijdje een moestuin willen verzorgen (water geven en een beetje schoffelen) in ruil voor de oogst. Het is echter wel belangrijk om je aandacht erbij te houden.

– Zit je eraan te denken om aan een moestuin te beginnen, weet dan dat het altijd meer werk is dan je denkt. Laat je niet ontmoedigen door de eerste twee jaar. Elk seizoen is anders en iedereen moet ergens beginnen. Hoe meer je oefent, hoe beter je oogst wordt!

Lees alle moestuinverhalen van Ine op haar blog of volg haar via Facebook.