Laat je kind meedenken bij het ontwerp. Voor welke dieren bouwen jullie? Wilde bijen houden van droge buisjes met verschillende diameters. Lieveheersbeestjes kruipen graag tussen stro en schors. Maak vakjes in de kist en vul elk vak met een ander materiaal. Knip de buisjes op gelijke lengte en bundel met touw voor een mooi geheel. En zo kun je nog veel meer ontwerpen bedenken voor de beestjes.

Kies een rustige plek aan een tafel of op een kleed in de tuin. Gebruik veiligheidskleding bij het zagen en boren. Leg gereedschap buiten bereik wanneer je het niet gebruikt. Laat je kind spelen met het gladde en ruwe oppervlaktes, korte en lange materialen, lichte of zware dingen. Benoem wat je ziet. Dit maakt van het bouwen een spel van ontdekken. Is het fris of nat buiten? Droge, warme laagjes kinderkleding helpen dan. Stevige schoenen voorkomen uitglijden op gras of stenen.

Zet het insectenhotel op een zonnige plek met weinig wind. De ochtendzon is fijn, omdat de buisjes dan snel opdrogen na een koude nacht. Richt de opening bij voorkeur naar het zuidoosten. Hang of plaats het hotel stevig op, op ongeveer één tot anderhalve meter hoogte. Een klein dakje van dakleer of een oude tegel houdt het droog en verlengt de levensduur.

Maak er een gewoonte van om af en toe te gaan kijken. Tel het aantal bezoekjes, teken de vormen van de gaatjes, noteer welke bloemen favoriet zijn. Foto’s maken helpt om verschillen per seizoen te zien. Je kind leert zo dat het bouwen van het insectenhotel niet het eindpunt is, maar het begin van veel nieuwe ontdekkingen in eigen tuin.