In 1981 kocht Joke Kuiperij met haar man, Karel Huyts, een boerderij uit 1868 in het Drentse Koekange. Op dat moment bestond de tuin uit een boomgaard, wat gras, een paar rozenstruiken en een moestuin met twaalf rabarberplanten. Samen creëerden ze een avontuurlijke tuin met beschutte tuindelen.

Tekst Esther Derks, foto’s Sietske de Vries

Het echtpaar wist niets van tuinieren en liet een hovenier wat borders aanleggen. Al snel kregen ze zelf de smaak te pakken. “Door het lezen van tuinboeken en artikelen, het uitwisselen van ervaringen met (tuin)vrienden en gewoon op gevoel dingen uit te proberen in de tuin, ontwikkelden we onze plantenkennis”, vertelt Joke. “Ik ontdekte dat je eigenlijk niets fout kunt doen, want als iets niet werkt dan verander je het weer. Het is heel leuk om iets in de grond te stoppen en te kijken wat het doet.” In de daaropvolgende jaren kon het stel een aantal keer een stuk grond bijkopen, waardoor het oppervlak steeds groter werd. Inmiddels beslaat de tuin 4000 m² omheind met beukenhagen.