Hij startte met slechts een stoel en een tafel op schragen, maar inmiddels is het huis van Joey Holthaus een eigenzinnige plek vol met illustraties, gebruikte vondsten en zijn eigen werk. In Buitenleven 2019/6 kijken we binnen bij zijn bijzondere vintage inrichting in Arnhem.
Verzamelen en een eigen stijl creëren
De lange eettafel vormt een vast element in Joey’s huis, om te werken en te leven. Foto Henny van Belkom
Sinds zijn scheiding in 2015 woont Joey aan de rand van de binnenstad. Sinds de eerste dag is hij bezig met het verzamelen van zijn vintage inrichting, die gerust kleurrijk genoemd mag worden. De illustrator verzamelt niet alleen werk van anderen, maar struint en koopt ook graag bij kringloopwinkels waar hij de mooiste dingen vindt en daarmee zijn eigen gebruikte en vintage stijl creëert. Vazen, planten, kandelaars, alles heeft een plek. “Ik vind deze stijl passen bij het huis en voel me er prettig in.”
Redelijk vrouwelijk
Als klein jongetje stylde Joey zijn slaapkamer al. Toch is hij – nu hij wat ouder wordt – wel veel bewuster bezig met zijn inrichting. “Momenteel vind ik mijn stijl wel redelijk vrouwelijk. Ik moet uitkijken dat het niet al te gay-isch wordt.” Roze is op dit moment zijn lievelingskleur, getuige de flamingo-afbeelding die bijna de gehele achterwand van zijn slaapkamer bedekt.
Planten doen het geweldig
Al zijn verzamelingen staan geclusterd bij elkaar zodat het geen rommeltje wordt. Foto Henny van Belkom
Joey lijkt de enige in zijn blok die altijd zijn gordijnen open heeft, ondanks de inkijk vanaf de straat. De planten doen het geweldig vanwege het vele licht. “Dat betekent ook dat ze soms te groot worden om hier nog mooi te passen. Dan schuif ik ze gewoon door naar iemand anders en zoek ik weer een nieuw, kleiner exemplaar uit.”
Meer over deze vintage inrichting
In de zesde Buitenleven van 2019 lees je het hele interview met Joey in de rubriek Huisje boompje buitenleven. Het magazine ligt nog tot 1 augustus 2019 in de winkel. Benieuwd naar meer vintage inrichtingen? Bekijk dan het huis van Ellen Ronde.