Het leuke aan een moestuin hebben, is dat je na al het harde werk je oogst kunt verwerken. Bij een overschot kun je je vruchten drogen, net als Ine van Mierlo. Wat ze met die vruchten maakt? Een chipolatataart bijvoorbeeld. Ineke maakt dit recept met haar eigengemaakte kersenlikeur, gedroogde vruchten en eieren van eigen kippen.
Gebruiken is leuker van bewaren
Je kunt je gedroogde vruchten lang bewaren, maar gebruiken is natuurlijk veel leuker. Een lekkere manier is om er een taart mee te bakken. Met dit recept voor de chipolatataart bijvoorbeeld. Je kunt alle vruchten gebruiken. Appels, peren, druiven, perziken, noem het maar op. Je begint met het bakken van de standaard biscuitbasis. Hoe? Dat vind je hier. Vervolgens komt de verwerking van je zorgvuldig geconserveerde lekkernijen: de chipolatavulling.
Dit heb je nodig voor de chipolatataart
- 3 el gedroogde vruchten
- 3 el rozijnen
- 2 el kersenlikeur
- 275 ml volle melk
- 1 schepje van je eigen vanillesuiker
- 75 gr suiker
- 2 eidooiers
- 2 el maizena
- 200 ml slagroom
Zo maak je de chipolatataart
Wel de vruchten en de rozijnen in de kersenlikeur.
Meng van de 275 ml melk 25 ml met de maizena tot een egaal papje. De rest van de melk zet je in een pan op het vuur. Doe de vanillesuiker en de helft van de 75 gram suiker erbij en laat het nét niet koken. Voeg de andere helft van de suiker samen met de eidooiers en klop het even los. Doe dit in een grote kom, want je hierna voeg je de hete melk beetje bij beetje bij het eidooier/suikermengsel. Het mengsel mag dan terug in de pan. Verhit al roerend tot een dik mengsel. Je bent nu banketbakkersroom aan het maken. Zodra het voor jou de juiste dikte heeft (zo dik als vanillevla), kun je de pan van het vuur afhalen en de room afdekken met plastic folie. Doe je dit niet, dan vormt zich een dik vel op je banketbakkersroom.
Zodra het is afgekoeld tot kamertemperatuur klop je de slagroom stijf. Roer, voordat je de slagroom bij het banketbakkersroom doet, de banketbakkersroom nog even door. Dan voeg je de rozijnen, de vruchten en het restant van de kersenlikeur toe. Meng het goed door elkaar en klaar is je chipolatavulling.
Verdelen, vullen, smeren en klaar
Om je taart af te maken, kun je kiezen om je biscuitdeeg in een of meerdere lagen te verdelen en de vulling tussen elke laag te smeren. Je kunt de taart bekleden met een laag dunne marsepein of niet. Doe je dit wel, dan moet je een beetje van de vulling aan de zijkanten smeren zodat de marsepein blijft ‘plakken’. Geen straf toch om je geconserveerde dingen zo te verwerken.