Ridderspoor is de koningin van de vaste planten: er is geen andere plant met zulke grote bloemtrossen. Maar het is geen makkelijke plant, het verzorgen vergt groene vingers. Met deze praktische adviezen voor zaaien, verzorgen en vermeerderen, geniet je elk jaar weer van ridderspoor in je border.
Betekenis van ridderspoor
Ridderspoor kent wel 400 soorten, van lichtblauw tot donkerpaars en wit en roze. Hij kan hoog worden: 80 cm tot wel 170 cm. De wetenschappelijke naam, Delphinium, komt van dolfijn. Vooral in de knop heeft de vorm van de bloem wel iets weg van een dolfijnenkop, vandaar de naam. Riddersporen zijn echte vlinderbloemen, maar ook bijen en hommels weten de nectar te vinden. Wil je ridderspoor in je tuin? Let dan wel op met kinderen en huisdieren, want ridderspoor is giftig.
Soorten en kleuren
Ridderspoor zaaien in de tuin
Heb je je keuze gemaakt in kleur en soort, dan kun je aan de slag. Je kunt natuurlijk zaadjes kopen. Maar wat ook kan: zaad winnen bij een bestaande plant die is uitgebloeid. Zodra de bloemen dor en droog worden, open je de zaaddozen makkelijk en valt het zaad eruit. Dit gebruik je om opnieuw in te zaaien in je tuin. De beste tijd om het zaad op te vangen is juli of augustus. Ga je voor een (gekocht) stekje om te planten, kies dan een Belladonna of Elatum. Dit zijn beide sterke en kleurvaste geslachten. Plaats zo’n drie tot vijf planten per vierkante meter. Zowel het zaaien als planten van ridderspoor in de tuin kan van maart tot eind mei.
Zorg voor goede grond en voeding
De verzorging van ridderspoor vraagt aandacht. De planten hebben namelijk veel voeding nodig om zo rijk te kunnen bloeien. Delphinium groeit en bloeit het best in de volle zon, eventueel kan halfschaduw ook. Zorg voor losse grond en meng er compost en organische mestkorrels door. Voor alle soorten is een goede, doorlatende en vochtige grond essentieel. Vandaar dat ze stuk voor stuk behoefte hebben aan verse mest op zijn tijd. Geef elk jaar een flinke mestgift in het vroege voorjaar en let er in de winter op dat de bodem niet te nat is. Veel water heeft je ridderspoor ook nodig, maar gebruik geen sproeier. Dat vergroot namelijk de kans dat de stelen omvallen. Tip: pas in het vroege voorjaar op voor slakken, want die knabbelen graag aan de jonge blaadjes. Lees wat je kunt doen tegen slakken in de tuin.
Steun voor de stengels
Elke twee jaar verplanten of vermeerderen
Wie langer dan twee jaar van Delphinium wil genieten, ontkomt niet aan het verplanten en vermeerderen van de plant. Ridderspoor houdt er namelijk niet van om meerdere jaren op één plek te blijven staan, omdat hij gevoelig is voor voedselarme bodem en schimmels. Voor veel soorten geldt: graaf de hele plant elke twee jaar uit, bij voorkeur in februari of maart. Indien nodig deel je hem in stukken, en de buitenste stukken of de complete plant, verplant je elders in de tuin. Dit kan al op 1 m afstand. Bij de hele plant schud je de wortels goed schoon en scheur je de oude delen weg tot aan de plek waar je nieuwe knoppen of ogen ziet zitten. Als je opnieuw plant, is het slim om je ridderspoor daarna met houtskoolpoeder te bestrooien. Dat helpt tegen het rotten.
Snoeien voor een tweede bloei
Het is mogelijk om twee keer in het jaar van ridderspoor te genieten. Knip daarvoor de uitgebloeide stengels na de eerste bloei ver terug, tot zo’n 30 cm, vlak boven een jong zijscheutje. Geef nu ook snelwerkende mest. Met een beetje geluk bloeit de plant in augustus of september dan nog eens.