Ridderspoor is de koningin van de vaste planten: er is geen andere plant met zulke grote bloemtrossen. Maar het is geen makkelijke plant, het verzorgen vergt groene vingers. Met deze praktische adviezen voor zaaien, verzorgen en vermeerderen, geniet je elk jaar weer van ridderspoor in je border.

Betekenis van ridderspoor

Ridderspoor kent wel 400 soorten, van lichtblauw tot donkerpaars en wit en roze. Hij kan hoog worden: 80 cm tot wel 170 cm. De wetenschappelijke naam, Delphinium, komt van dolfijn. Vooral in de knop heeft de vorm van de bloem wel iets weg van een dolfijnenkop, vandaar de naam. Riddersporen zijn echte vlinderbloemen, maar ook bijen en hommels weten de nectar te vinden. Wil je ridderspoor in je tuin? Let dan wel op met kinderen en huisdieren, want ridderspoor is giftig.

Soorten en kleuren

Ridderspoor hoort bij de ranonkelfamilie (Ranunculaceae) en kent in Europa ruim 300 leden. Zo is de plant familie van anemoon en kerstroos, maar ook van de boterbloem en juffertje-in-het-groen. Liefhebbers van blauw zullen zeker slagen, want de plant kent hierin vele gradaties: van hemelsblauw of diepblauw tot lichtere tinten die zelfs naar grijs nijgen. Voor donkerblauw kies je bijvoorbeeld Delphinium ‘Bellamosum’; variant D. ‘Blue Bird’ bloeit in een lichtblauwe kleur. Zachtroze tot lila bloemen krijg je bij Delphinium ‘Astolat’. Voor een mix aan pastelkleuren van ridderspoor is eenjarige Consolida ajacis een goede optie. Je kunt hier vaak gemixte zaden van kopen zodat je meerdere kleuren kunt verwachten. Deze soort is ook geschikt om te snijden en in een vaas te zetten. Witte variëteiten zijn de grotere (tot 180 cm) D. ‘Galahad’ of de compact groeiende D. ‘Moerheimii’.

Ridderspoor ‘Galahad’ wordt groot, tot 180 cm.

Ridderspoor kan flink de hoogte in groeien.

Ridderspoor zaaien in de tuin

Heb je je keuze gemaakt in kleur en soort, dan kun je aan de slag. Je kunt natuurlijk zaadjes kopen. Maar wat ook kan: zaad winnen bij een bestaande plant die is uitgebloeid. Zodra de bloemen dor en droog worden, open je de zaaddozen makkelijk en valt het zaad eruit. Dit gebruik je om opnieuw in te zaaien in je tuin. De beste tijd om het zaad op te vangen is juli of augustus. Ga je voor een (gekocht) stekje om te planten, kies dan een Belladonna of Elatum. Dit zijn beide sterke en kleurvaste geslachten. Plaats zo’n drie tot vijf planten per vierkante meter. Zowel het zaaien als planten van ridderspoor in de tuin kan van maart tot eind mei.

Ridderspoor is er in vele kleuren.

Zorg voor goede grond en voeding

De verzorging van ridderspoor vraagt aandacht. De planten hebben namelijk veel voeding nodig om zo rijk te kunnen bloeien. Delphinium groeit en bloeit het best in de volle zon, eventueel kan halfschaduw ook. Zorg voor losse grond en meng er compost en organische mestkorrels door. Voor alle soorten is een goede, doorlatende en vochtige grond essentieel. Vandaar dat ze stuk voor stuk behoefte hebben aan verse mest op zijn tijd. Geef elk jaar een flinke mestgift in het vroege voorjaar en let er in de winter op dat de bodem niet te nat is. Veel water heeft je ridderspoor ook nodig, maar gebruik geen sproeier. Dat vergroot namelijk de kans dat de stelen omvallen. Tip: pas in het vroege voorjaar op voor slakken, want die knabbelen graag aan de jonge blaadjes. Lees wat je kunt doen tegen slakken in de tuin.

Steun voor de stengels

De stengels van Delphinium ‘Magic Fountains’ zijn stevig. Desondanks plaats je deze, net als andere soorten, op een beschutte plek uit de wind. Extra steun voor de zware bloemstengels is ook geen overbodige luxe, want die willen nog weleens knakken. Bind daarom elke stengel met zacht touw aan een stokje. Liefst op meerdere punten, want anders loop je het risico dat de stengel juist net boven het bindtouw gaat knakken. Je kunt ook plantensteunen plaatsen.

Een stokje geeft extra steun aan de stengels.

Elke twee jaar verplanten of vermeerderen

Wie langer dan twee jaar van Delphinium wil genieten, ontkomt niet aan het verplanten en vermeerderen van de plant. Ridderspoor houdt er namelijk niet van om meerdere jaren op één plek te blijven staan, omdat hij gevoelig is voor voedselarme bodem en schimmels. Voor veel soorten geldt: graaf de hele plant elke twee jaar uit, bij voorkeur in februari of maart. Indien nodig deel je hem in stukken, en de buitenste stukken of de complete plant, verplant je elders in de tuin. Dit kan al op 1 m afstand. Bij de hele plant schud je de wortels goed schoon en scheur je de oude delen weg tot aan de plek waar je nieuwe knoppen of ogen ziet zitten. Als je opnieuw plant, is het slim om je ridderspoor daarna met houtskoolpoeder te bestrooien. Dat helpt tegen het rotten.

Deze paarse ridderspoor vindt steun bij een metalen frame in de tuin.

Snoeien voor een tweede bloei

Het is mogelijk om twee keer in het jaar van ridderspoor te genieten. Knip daarvoor de uitgebloeide stengels na de eerste bloei ver terug, tot zo’n 30 cm, vlak boven een jong zijscheutje. Geef nu ook snelwerkende mest. Met een beetje geluk bloeit de plant in augustus of september dan nog eens.

3.5/5 - (67)