Midden in de polder, tussen grote akkers, ligt een groene oase. Tuingeluk moet je delen, vindt eigenaresse Wies Voesten. Ze begon haar tuin met stekjes die ze van anderen kreeg. Zo is de naam Stekkentuin ontstaan.
Stekjes maken de tuin
Tegenwoordig krijgt Wies geen stekjes meer van anderen, maar is het vaak omgedraaid. Wies: “Bezoekers van mijn tuin ontdekken een mooie plant in mijn tuin en vragen me om een stek. Die haal ik dan uit mijn kwekerij. Als een plant groot wordt of minder goed bloeit, steek ik de buitenste delen eraf. De pol blijft staan. Wat ik over heb, gaat in mijn kwekerij, een zijstuk van de tuin.”
Verzameling van planten
Het lukt de eigenaresse van de Stekkentuin in Flevoland samen met haar man om een tuin van vierduizend (!) vierkante meter te onderhouden, ervan te genieten én anderen te laten meegenieten. Ze verzamelt planten als postzegels. helleborus, sneeuwklokjes, cyclamen, stokrozen, hortensia’s en sedum zijn enkele van haar verzamelingen. Ze let op bladcombinaties, vorm en structuur, en minder op bloemcombinaties. Zo zijn er in elk seizoen andere planten die bezoekers lokken.
Tweede leven voor planten
Wies is opgegroeid op een boerderij met het motto: iets weggooien, dat doen we niet. Er was altijd wel een tweede gebruik te bedenken. Planten weggooien doet Wies nog steeds niet. Ze geeft ze een tweede leven. Benieuwd hoe ze dat doet en hoe het eruitziet? Dat lees je in het tuinverhaal van Wies Voesten in Buitenleven 2020/3. Deze ligt van 13 maart tot en met 16 april 2020 in de winkels. Rennen dus!