Het was haar droom: ruimte om je heen, een moestuin en dieren. Voor Judith Kets werd het werkelijkheid op de klei van Schokland. Ze leerde de bodem kennen en heeft hart voor haar omgeving. En misschien wel het belangrijkste: niet alles hoeft tegelijk.

Tekst Ankie Lok Foto’s Sietske de Vries 

In een grote tuin zijn grote plannen een valkuil, ontdekte Judith Kets. “In het begin haalde de tuin me volledig in. Op een gazon zonder borderrand moet je elke week de kantjes afsteken, anders neemt het gras het gewoon over terwijl jij met iets anders bezig gaat. Bij het maaien namen we vervolgens per ongeluk plantjes op de rand mee. Toen zag ik in dat je beter kunt focussen. We proberen elk jaar een nieuw stukje aan te pakken.” In zes jaar tijd zijn Judith en haar man Gerwin al een eind gekomen. Wat ze hier aantroffen, was een woonhuis met aangebouwde schuur uit de jaren vijftig, met veel betonconstructies. Een deel van de schuur verbouwden ze tot keuken met uitzicht op de tuin. “Mijn hobby’s zijn tuinieren en koken, dat gaat hier perfect samen.” Ook de tuin ademde boerenerf, schetst Judith, met coniferen, buxus en hortensia’s. “Een strakke poldertuin, netjes geknipt. De singel was heel schoon en onkruidvrij, vermoedelijk was er ook veel gespoten. Dat proberen wij geleidelijk naar onze hand te zetten: natuurinclusief en ‘meetuinieren’ met wat hier goed werkt.”

Dit is een exclusief artikel...

Abonneer je nu op Buitenleven om verder te lezen.

  • Uit het magazine