Lokaal is in. En bij veel producten klinkt die keuze logisch. Maar bij thee? Toch zijn er heel wat manieren om te theeleuten met thee van Nederlandse bodem. Buitenleven bezocht een Brabantse theeplantage, plukte brandnetelbladeren en roerde boven een vuurtje in een heksenpan vol meidoornthee.

Tekst Corine Koolstra Foto’s Shutterstock.com

Zeg ‘theeplantage’ en ik reis in gedachten af naar China, India of Japan. Naar een plek met bergen en een subtropisch klimaat. Maar nee, ik zit hier toch echt. Op een theeplantage in het Brabantse Zundert. Met 1,7 miljoen theeplanten om me heen. In een onverwarmde kas bij 8 °C, waar de regen-
druppels op het dak tikken. Tegenover me schenkt Wouter Eckelmans van LocalTea een kop groene thee van de plantage voor me in. Terwijl de thee trekt, vertelt hij over John Jansen, zoon van een tomatenkweker, die vijftien jaar geleden het idee kreeg om op deze plek in Nederland een theeplantage te beginnen. Simpelweg omdat John tijdens een verblijf in China gefascineerd raakte door de theeplant (Camellia sinensis) en zich afvroeg of de teelt ook mogelijk zou zijn in een koud klimaat als dat van Nederland. Wouter: “Hij is jaren bezig geweest met het kruisen en selecteren van exemplaren. Er is veel mislukt. Er zijn veel planten gesneuveld, maar uiteindelijk wist hij een plant te vinden en verder te ontwikkelen die de Hollandse kou aankon. Dat moet ook wel, want we willen duurzaam telen, dus werken we in een onverwarmde kas. Wél in een kas ja, want daardoor kunnen we nu vijf tot zes keer per jaar oogsten. Zonder kas zou dat maar twee tot drie keer per jaar zijn.”