Deze achtertuin aan een vaart bestaat eigenlijk uit twee tuinen: een deel rondom het huis en een ruim vlonderterras aan het water dat een heel stuk lager ligt. Er is een bijzondere overgang tussen de tuin en het landschap gecreëerd door het water de tuin in te halen.

Tekst Modeste Herwig Foto’s Sietske de Vries

 

In een tuin aan een waterloop kun je genieten van de glinstering van het water en van het uitzicht, maar ook van de bijzondere planten die er kunnen groeien. Je wilt in zo’n tuin dus zeker vlak bij het water kunnen zitten. De eigenaren van deze tuin wilden natuurlijk een zo groot mogelijk terras bij het water, met veel ruimte voor planten. Daarom is ervoor gekozen om aan de waterkant een deel van de aarde weg te graven, zodat het water van de vaart de tuin kan instromen. In het uitgegraven deel is een vlonder gemaakt. Of noem het gerust een steiger die dienstdoet als terras of als aanlegplaats voor een bootje. Doordat grond is weggegraven, blijft de vlonder binnen de grenzen van het perceel. En dat is belangrijk, want het is meestal niet toegestaan om iets buiten de perceelgrens te bouwen of te planten. Vaak mag een vlonder ook niet te ver uitsteken over het water. Dit vlonderterras bestaat uit twee delen, die door een smal vlonderpad met elkaar verbonden zijn. Hierdoor is er een uitsparing ontstaan met ruimte voor een waterlelie. Het vlonderpad geeft het effect van een brug en maakt deze watertuin nog specialer.

 

Dit is een exclusief artikel...

Abonneer je nu op Buitenleven om verder te lezen.

  • Uit het magazine