Het type grond in je tuin heeft consequenties voor je flora en dus is het belangrijk dat je weet waar je mee te maken hebt. De meest voorkomende grondsoorten in Nederland zijn klei, zand en veen. Wat voor bodem jij in je tuin hebt, hangt veelal af van waar je woont. Tegenwoordig wordt grond echter weleens afgegraven, waardoor de natuurlijke grondsoort verdwijnt en een nieuwe bodem ontstaat. Je grondsoort bepalen aan de hand van een landkaartje is dan ook niet voldoende. Doe daarom deze proef om zelf vast te stellen welke grondsoort je hebt.

Test: grondsoort bepalen

Verzamel eerst op drie à vijf verschillende plekken in je tuin wat aarde in een emmer. Kies niet voor de bovenste laag, maar graaf minstens 20 centimeter diep. Meng het geheel goed en haal steentjes, plantenrestjes en eventuele wortels eruit. Neem een middelgrote doorzichtige pot met deksel, vul deze voor een kwart met de aarde en giet er schoon leidingwater bij. Zorg dat de pot niet helemaal vol zit, want de volgende stap is goed schudden. Zo kan het water met de aarde mengen. Laat een paar uur staan en kijk vervolgens goed.

Wat zie je?

De kans is groot dat je een van de drie veelvoorkomende grondsoorten van ons land hebt. Bekijk het neergedaalde aarde en bepaal waar dit mee overeenkomt:

  1. Kleigrond geeft onderin de pot een klein laagje met grove deeltjes met daarboven een flink deel fijne slibdeeltjes. Hoe groter de laag met slibdeeltjes, hoe grover en zwaarder de kleigrond is.
  2. Zandgrond heeft onderin veel grove delen en oogt zelfs in de pot luchtig. Wellicht tref je er bovenop een heel klein deel slibdeeltjes aan.
  3. Veengrond bestaat voor het grootste deel uit organische materialen en is dus donker, bijna zwart van kleur.
Ons land is op te delen in verschillende grondsoorten. Deze grond bepaalt hoe je je tuin moet bewerken. Met deze tips kun jij je grondsoort bepalen - Tuinieren met Buitenleven

Veen bestaat uit organische stoffen en is donker van kleur

Limburgse klei

Een deel van Limburg kent löss als grondsoort. Lössbodems herken je aan hun fijne structuur en gele tot oranje kleur, en wordt ook wel Limburgse klei genoemd. Van extreme gelaagdheid is geen sprake en de korrels zijn net wat groter dan die van klei. Korrels van deze grootte noem je silt. Löss is zeer vruchtbaar en daarom heel geschikt voor de landbouw.

Verschillende combinaties

Wees niet verbaasd als er een laagje klei bovenop je zandgrond ligt. Dit betekent dat je te maken hebt met een combinatie van grondsoorten. Kijk goed naar de verhoudingen: ligt er slechts een millimeter slibdeeltjes op je zand, dan heb je gewoon te maken met zandgrond. Is de verhouding 60 tot 80% zand en de rest klei? Dan heb waarschijnlijk te maken met een zogeheten zavelgrond: een combinatie tussen klei en zand. Ook is het mogelijk dat er een deel organisch materiaal ofwel veen op je zandgrond ligt. Dit wordt door sommigen ook wel bosgrond genoemd.

Je grond bewerken

Als je eenmaal weet wat voor grond je hebt, kun je verder. Dan kun je bepalen hoe je het moet bewerken, welke meststoffen nodig zijn, of je organische stoffen moet toevoegen en of de grond luchtig gemaakt moet worden. Lees daarom verder over hoe je je grondsoort in de tuin moet bewerken.

2.2/5 - (4)