Meer dan licht: de toepassingen van buitenspots in je tuin
Het doel van tuinspots op een spies is niet om de tuin egaal te verlichten, maar juist om met licht en schaduw te spelen. Door selectief elementen te verlichten, geef je je tuin karakter en diepte.
Accentverlichting (Uplighting)
Dit is de meest voorkomende toepassing. Door een spot van onderaf op een element te richten, zoals een boom, een struik of een kunstwerk, wordt dit de blikvanger van de tuin. Het licht vangt de textuur van de schors en de vorm van de bladeren.
Schaduwspel en silhouetten
Plaats een spot vóór een object en richt deze op een achterliggende muur of schutting. Het object zelf blijft donker, maar zorgt voor een mooi schaduwspel op de achtergrond. Vooral met siergraasen en struiken met grillig gevormde takken geeft dit een mooi resultaat. chtig met bijvoorbeeld siergrassen of grillig gevormde takken.
Diepte creëren
Onze ogen worden ‘s nachts naar licht getrokken. Door strategisch een spot te richten op een boom of struik achter in de tuin, zorg je voor een focuspunt in de verte. Hierdoor lijkt de tuin direct een stuk groter en ruimtelijker.
Functionele sfeer
Naast sfeer toevoegen dienen deze spots ook een praktisch doel. Richt ze subtiel op de rand van een terras, de treden van een trap of langs een tuinpad. Dit zorgt niet alleen voor veiligheid en oriëntatie, maar geeft ook meer sfeer dan fel direct licht.
Het grootste voordeel van spots op een spies is de flexibiliteit. Een tuin is een levend organisme; planten groeien, hoogte en diepte blijven veranderen. Een spot die dit jaar perfect is voor een jonge struik, kan volgend jaar beter tot zijn recht komen bij een andere plant. Doordat de lichtkop van de spot te verstellen is, pas je de lichtbundel eenvoudig aan. Daarnaast is het ook erg eenvoudig om de spot te verplaatsen als dit nodig is.
De technische kant: waar op letten bij het kiezen van buitenspots?
Het succes van je lichtplan valt of staat met de juiste technische specificaties. Buitenspots zijn verkrijgbaar in vele soorten en maten met elk hun unieke eigenschappen. Laat je niet overweldigen door de ruime keuze. Als je onderstaande vier pijlers begrijpt, maak je gegarandeerd een goede keuze.
1. Waterdichtheid (IP-waarde)
In het Nederlandse klimaat is dit de belangrijkste factor. De IP-waarde bestaat uit twee cijfers. Het eerste (bescherming tegen vaste stoffen) is minder relevant dan het tweede, dat de bescherming tegen vocht aangeeft.
- IP44 (Spatwaterdicht): Alleen geschikt voor beschutte plekken, zoals onder een brede dakrand of in een overdekte veranda. Niet aan te raden voor open plaatsing in de tuin.
- IP65 (Sproeidicht): Dit betekent dat de spot bestand is tegen waterstralen vanuit elke hoek, zoals een hevige regenbui of een sproeier. Voor de meeste toepassingen in de tuin is dit de minimale vereiste.
- IP67 (Dompeldicht): Deze spots kunnen kortstondig (30 minuten) onder water overleven. Dit is de veiligste keuze voor laaggelegen plekken in de tuin waar plassen kunnen ontstaan.
- IP68 (Permanent waterdicht): Dit is de hoogste gradatie van waterdichtheid. Spots met een IP68-rating zijn volledig stofdicht en kunnen langdurig en dieper dan 1 meter onder water blijven functioneren. Dit is de enige juiste keuze voor verlichting die je in een vijver of waterpartij wilt plaatsen of op locaties die constant onder water kunnen staan.
2. Lumen (Lichtsterkte)
Vergeet het oude ‘wattage’. Lumen (lm) is de maatstaf voor lichtopbrengst. Meer is niet altijd beter; het gaat om de juiste balans. Hieronder vind je enkele richtlijnen om te volgen bij het kiezen van het juiste aantal Lumen.
- Subtiele accenten (100-300 lm): Perfect voor het aanlichten van kleinere planten, siergrassen of een klein beeld. Het creëert sfeer zonder te overheersen.
- Standaard objecten (300-500 lm): De meest veelzijdige categorie. Ideaal voor de meeste struiken en bomen tot circa 5 meter hoog.
- Grote objecten (500-800+ lm): Nodig voor het indrukwekkend uitlichten van een volwassen, hoge boom (5-10 meter) of een gevel.
3. Lichtbundel (Spreidingshoek)
De hoek van de lichtbundel, uitgedrukt in graden (°), bepaalt de vorm van het licht. Het lichtbereik bepaalt tot hoe ver de spot schijnt. Voor lage brede elementen is een brede lichthoek en kort lichtbereik geschikt. Voor hoge smalle elementen kies je voor een smallere lichtbundel met een groot lichtbereik.
- Smalle bundel (ca. 10°-25°): Een strak, geconcentreerd licht, perfect voor het accentueren van smalle elementen details zoals een dunne boomstam of een hoge gevel.
- Medium bundel (ca. 25°-40°): De allrounder. Deze hoek geeft een mooie balans en is geschikt voor de meeste bomen en struiken, waarbij zowel de stam als een deel van de kruin wordt verlicht.
- Brede bundel (ca. 40°-60° of meer): Een ‘wash’ of ‘flood’ effect dat een groter oppervlak egaal verlicht. Ideaal voor het verlichten van een brede haag, een border of een lage muur.
4. Kleurtemperatuur (Kelvin)
De warmte van het licht heeft een enorme impact op de sfeer. De meeste buitenverlichting is standaard verkrijgbaar in de kleurtemperatuur warm wit. Voor specifieke toepassingen kun je ook een andere kleurtemperatuur overwegen.
- Warm Wit (2200K – 2700K): Vergelijkbaar met kaarslicht of een klassieke gloeilamp. Dit geeft een zeer gezellige, intieme en ontspannen sfeer. Ideaal voor de meeste tuinen.
- Neutraal Wit (3000K): Een iets helderdere, frissere wittint die kleuren natuurgetrouwer weergeeft. Goed voor het uitlichten van elementen waar kleur belangrijk is.
- Koel Wit (4000K+): Een modern, bijna blauwachtig licht. Wordt in tuinen minder vaak gebruikt, tenzij je een zeer strakke en moderne uitstraling wilt creëren.
Installatie en plaatsing
Met de juiste spots in huis begint het leuke werk: het maken van je lichtplan. Volg onderstaande tips om het beste effect te bereiken met buitenspots.
Afstand doet wonderen
Hoe dichter je de spot bij een object plaatst, hoe beter de schaduwen en textuur zichtbaar zijn. Plaats je de spot verder weg, dan wordt het licht zachter en de verlichting breder.
Voorkom lichtvervuiling
Richt de spot altijd op je eigen tuin en nooit omhoog de lucht in of richting de ramen van de buren. Dit is zonde van de energie en kan voor overlast zorgen.
Combineer en maak laagjes
Het mooiste resultaat bereik je door verschillende spots te combineren. Gebruik bijvoorbeeld een spot met een brede bundel voor een haag op de achtergrond en spots met een smallere bundel voor de bomen en planten ervoor. Zo zorg je voor een gelaagd en interessant beeld.
Kies de juiste voeding voor je richtspots
De meeste buitenspots op spies werken op laagspanning (12V). Dit is zeer veilig en makkelijk zelf aan te leggen. De kabels kun je zelf eenvoudig (oppervlakkig) ingraven. Je hebt hiervoor een transformator nodig die de 230V uit het stopcontact omzet naar 12V. Er zijn ook spots op 230V, maar de installatie hiervan vereist meer expertise. Voor de installatie van 230v spots is het aan te raden dot door een erkend installateur te laten doen. Solar spots zijn een makkelijk alternatief, maar hebben minder lichtsterkte en betrouwbaarheid. Je bent afhankelijk van de zon. In de wintermaanden, wanneer de verlichting langer nodig is, ontbreekt het nogal eens aan genoeg zonkracht.
Kies bewust voor de juiste techniek en speel met de plaatsing van buitenspots. Hierdoor wordt je tuin een stuk interessanter als het donker is. Het is de investering meer dan waard, want elke avond geniet je opnieuw van een levend kunstwerk, direct vanuit je eigen huis.
Meer inspiratie
Lees elke maand nieuwe artikelen over tuinieren, planten en dieren