Tholen heeft alle ingrediënten voor een boeiende natuurexpeditie. Onder leiding van een ervaren gids kun je hier van schorren naar slikken hoppen en ontdekken wat de zee bij laagtij achterlaat. ‘Zeeuwse babbelaar’ Lenie Ponse trakteert tijdens een Natte Laarzentocht op zilte proeverijtjes en smakelijke anekdotes.

Tekst Mirjam Enzerink Foto’s Trui Heinhuis

 

Het tij bepaalt het dagritme tijdens een natuurexpeditie op Tholen. Vier keer per etmaal stroomt er negenhonderd miljoen liter zout water in en uit het gebied. Zodra de slikken droogvallen, kun je hier buiten het vogelbroedseizoen avontuurlijke excursies maken onder leiding van een van de natuurgidsen van IVN, Nationaal Park Oosterschelde of Staatsbosbeheer. Wij ontmoeten de enthousiaste Lenie Ponse ’s morgensvroeg bij laagtij onderaan de Oude Zeedijk bij de Krabbenkreek. Gewapend met een verrekijker en een emmertje voor onze bodemvondsten betreden we de Schorren van Sint-Annaland. We hebben zo’n twee uur de tijd voordat het zeewater weer opkomt, vertelt Lenie. Het is direct de reden waarom je hier nooit alleen en zonder ervaren gids mag rondstruinen. “Als het water stijgt, zie je niet meer waar je loopt. De kreken kunnen verraderlijk diep zijn en de stroming is sterk.”

 

Dit is een exclusief artikel...

Abonneer je nu op Buitenleven om verder te lezen.

  • Uit het magazine