Reuzebladeren van de giftige Alocasia
De Alocasia groeit van nature in de tropische bossen van Zuidoost-Azië en Australië. Hier kan de plant gerust een hoogte van 4 m bereiken vol reusachtige bladeren. Ook in de woonkamer kunnen de glanzende hart- en pijlvormige bladeren wel 1 m lang worden. Dat maakt de Alocasia – samen met de bananenplant – een van de grootste bladplanten in de urbanjungletrend. Logisch dus eigenlijk dat de Nederlandse naam ‘olifantsoor’ luidt. Gelukkig staan deze olifantsoren stevig op hun dikke bladstelen. De bijzondere nerfstructuur geeft de Alocasia extra sierwaarde. Net als veel leden van de aronskelkachtigen ontwikkelt deze plant bloeiende kelken, maar de kans dat dit gebeurt in de woonkamer is klein. Je kunt de bloemen gerust laten zitten; als de plant gezond is, houdt hij genoeg energie over voor de groei. Na de bloei vormen zich besjes. Let op: het sap in de takken en bladeren van de Alocasia is licht giftig, het kan de huid en slijmvliezen irriteren.
Alocasia soorten: ‘Zebrina’ en ‘Polly’
In het wild zijn er rond de honderd soorten bekend van olifantsoor. Die zijn niet allemaal geschikt om als kamerplant te kweken, maar inmiddels zijn er wel heel veel leuke, verschillende kweekvormen verkrijgbaar. De bekendste is waarschijnlijk Alocasia ‘Polly’, met zijn donkergroene, gekartelde bladeren. De lichtgekleurde nerven geven deze plant de bijnaam skeletplant. De Alocasia ‘Zebrina’ heeft opvallende, geelgroen gestreepte stelen. De dikke bladeren zijn opmerkelijk pijlvormig. Dan is er nog Alocasia ‘Stingray’, die zijn naam dankt aan de bladvorm: die lijkt op die van pijlstaartroggen. Zoek je een olifantsoor met wat meer kleur, kijk dan eens naar de ‘Pink Dragon’. Deze plant heeft opvallende roze bladstelen. En de bladeren van Alocasia ‘Red Secret’ zijn groenpaars en hebben een opvallende oranje onderkant.
Verzorging van olifantsoor
Deze populaire kamerplant verlangt een lichte standplaats, maar liever geen volle zon. Plaats hem dus niet in de zon, zo voorkom je dat het blad verbrandt. Ook een plekje op de tocht kan op den duur problemen veroorzaken. Draai de plant regelmatig, om scheefgroei te voorkomen. Let op: ook als de stelen ineens hard lijken te groeien, krijgt de plant te weinig licht. Zorg – net als in de tropen – voor een vochtig kamerklimaat. Plaats bijvoorbeeld een bak water in de buurt van de plant als ’s winters de verwarming aanstaat. Ook kan het helpen om de Alocasia naast andere (blad)planten te plaatsen. Zo profiteren ze van elkaars verdamping.
Mijn olifantsoor heeft druppels op het blad, wat nu?
Het kan voorkomen dat er druppeltjes verschijnen op de bladeren van je Alocasia. Dit is geen ramp, het is het teveel aan gietwater dat de plant uitzweet. Guttatie wordt dit genoemd. Geef in dit geval je plant voortaan minder water. Verder is het slim ervoor te zorgen dat de potgrond altijd lichtvochtig is. Dit controleer je door regelmatig je vinger een stukje in de aarde te drukken. Geef liever regelmatig weinig water dan ineens een hele plens. En leg voor de zekerheid een laagje hydrokorrels op de bodem van de pot, zodat overtollig water weg kan stromen. Houd er ook rekening mee dat de plant in de zomer waarschijnlijk een grotere vochtbehoefte heeft. Besproei dan wekelijks met een plantenspuit. Dat draagt bij aan de luchtvochtigheid in huis én zo blijft het blad mooi glanzen.
Wat te doen aan olifantsoor met hangende bladeren?
Het is normaal dat er af en toe een blad van je Alocasia afvalt. Verkleuren er bladeren geel, dan krijgt de plant te veel of te weinig water. Gaan de bladeren slap hangen en krijgen ze bruine vlekken en randen? Dan is de luchtvochtigheid in huis waarschijnlijk te laag. Ook als zich spint of luis voordoet is de luchtvochtigheid het probleem. Douche de plant in dat geval even af en gebruik een biologisch bestrijdingsmiddel. Bekijk hier hoe je luizen kunt bestrijden.
Alocasia verpotten doe je zo
Olifantsoor is een snelle groeier. Je kunt de plant daardoor om de twee jaar in de lente verpotten. Op die manier voorkom je dat de plant topzwaar wordt of dat er bladeren afbreken. Gebruik een pot die twee maten groter is dan de oude pot, zo kunnen de wortels weer even vooruit. Als je gaat verpotten is het belangrijk verse potgrond met voldoende voeding te gebruiken. Daarnaast kun je gedurende de lente en zomer regelmatig (vloeibare) plantenvoeding geven.
Alocasia stekken of vermeerderen
De knollen van Alocasia krijgen vanzelf worteluitlopers. Als deze groeipunten boven de grond komen, kun je ze eventueel van de moederknol scheiden met een scherp mesje. Haal hiervoor voorzichtig de hele plant uit de aarde. Heeft jouw olifantsoor een stam? Dan kun je proberen om een kopstek te nemen. Snijd een takje van de stam van minstens tien centimeter en verwijder de meeste bladeren. Duw de stek in de vochtige aarde en zet weg op een warme plek. Gebruik eventueel stekpoeder zodat de stek beter aanslaat.
Olifantsoor als buitenplant
Het tropische uiterlijk van olifantsoor doet vermoeden dat hij niet kan aarden in Hollandse tuinen. Maar niets is minder waar. Familielid Colocasia esculenta, in het Nederlands olifantsoor of taro genoemd, kan onze milde winters wel aan. Deze jungleplant maakt nog veel groter blad dan de kamerplant. Wat hem ook interessant maakt is zijn eetbare knol. De aardappelachtige ‘vrucht’ is verwant aan de knol tayer, waar in de Surinaamse keuken pom mee wordt bereid. Zorg voor een droge bodem tijdens de winterperiode of pot de knol in het najaar op. Ook de Alocasia macrorrhiza kun je in de tuin aanplanten.