Waarom zit de eikenprocessierups in een eik?
Net als het koolwitje, dagpauwoog of het icarusblauwtje, is de eikenprocessierups (Thaumetopoea processionea) een vlinder. Een onopvallende nachtvlinder weliswaar en de naam is wat verwarrend. En net als alle vlinders heeft ook de eikenprocessierups een waardplant, de plant waar een vlinder de voorkeur aan geeft om zich op voort te planten. Er worden eitjes gelegd en zodra de rupsen uitkomen, eten ze als eerste van deze plant. Voor de eikenprocessierups is dit de eik, waarbij vooral de zomereik en moseik favoriet zijn. En de benaming ‘processie’? Die is eenvoudig te verklaren doordat de rupsjes zich graag in een lange rij achter en dicht tegen elkaar aan voortbewegen: in processie dus.
Klachten en uitslag door de processierups
De plaag van de eikenprocessierups is tegenwoordig een gegeven en haalt geregeld het nieuws. De zogenoemde brandharen van het beestje zorgen namelijk voor problemen en overlast bij mens en dier. Denk aan uitslag op de huid, zoals jeuk, bultjes, irritatie en roodheid, en verder klachten als loopneus, kortademigheid, oogproblemen, koorts en braken. Je kunt dus flink ziek worden van die brandhaartjes en zelfs een allergie ontwikkelen. Gelukkig zijn de klachten meestal binnen een paar dagen tot twee weken over. Extra nadelig: elke rups heeft honderdduizenden van zulke haartjes en als deze loskomen kunnen ze in de rondte waaien en nog jaren actief blijven.
De stadia van de eikenprocessierups
De levenscyclus van de eikenprocessierups kent verschillende stadia:
- De vlinder legt eitjes tussen juli en september.
- De eitjes komen uit in april.
- De rupsen vervellen vijf keer de komende periode. Pas na drie keer vervellen, in mei, hebben de rupsen brandharen. Mensen kunnen vanaf dit moment klachten ondervinden.
- De rupsen gaan in groten getale op zoek naar voedsel. De brandharen blijven in het nest achter, dat vaak in de boom blijft hangen.
- De piek van de overlast voor de mens ligt in juni.
- In augustus is het tijd voor de rupsen om te verpoppen tot vlinders.
Wanneer geeft de rups overlast?
Pas in de loop van mei, als de rupsen drie keer verveld zijn, komen de brandharen. De rupsen maken nu een nest en verlaten dit ‘s nachts om in processie op zoek te gaan naar voedsel. De lekkerste blaadjes zitten boven in de boom. In het nest van de rupsen liggen geen eitjes, alleen oude rupsenvelletjes en uitwerpselen. Vanaf dit stadium zijn de brandharen écht vervelend. Alle oude velletjes – met haren – blijven in het nest achter. Daardoor wordt de overlast van de haren steeds groter. In juni zijn de rupsen volgroeid en is de overlast het hevigst. Ga je in deze periode de natuur in? Dan zie je af en toe waarschuwingsborden staan. Lees tips van Toeractief om jezelf te beschermen als je bijvoorbeeld gaat wandelen.
Eikenprocessierups bestrijden door andere bomen
De processierups bestrijden is dus gewenst omwille van de volksgezondheid. Maar zolang de bron niet wordt aangepakt, zal de overlast van de eikenprocessierups blijven doorzetten. Het probleem draait namelijk voor een groot deel om balans. Zo zijn er zijn te veel eikenbomen en te weinig natuurlijke vijanden voor de harige rups. Een stap in de goede richting is dat veel gemeenten aangeven dat zij het bomenbestand meer divers willen maken en daarmee aan de slag zijn. Waar een eik wegvalt door bijvoorbeeld ziekte of ouderdom, komt er een andere boomsoort voor terug.
Bestrijden met vogels en vleermuizen
Een andere manier is investeren in de natuurlijke vijanden. Je kunt zelf bijdragen de processierups te bestrijden door het ophangen van nestkasten in je tuin en in de buurt. Vogels als koolmees, pimpelmees, kauw, koekoek en boomklever hebben de rups op het menu staan. Zo zijn koolmezen niet alleen dol op de buxusmot, maar ook op de eikenprocessierups. Een lekker kostje voor opgroeiende jongen, die er in een paar weken honderden verorberen. Ook vleermuizen dragen bij: zij houden van deze nachtvlinder, die ze tegenkomen als ze ’s nachts op jacht gaan.
Meer wilde bloemen voor de insecten
Ook is het raadzaam het ecosysteem op een andere manier een handje te helpen. Want insecten zien de rupsen ook wel zitten. De gaasvlieg en de sluipwesp zijn bijvoorbeeld dol op de eitjes van de eikenprocessierups. Verder vinden loopkevers en sluipvliegen de eitjes ook een lekker maal. Door meer wilde bloemen en inheemse struiken te planten, en door bermen minder vaak te maaien, wordt daaraan bijgedragen.
Onderzoek naar de biodiversiteit
Om de eikenprocessierups te bestrijden, zie je tegenwoordig allerlei middelen voorbij komen, zoals spuitkanonnen, wegbranden, opzuigen en lijmbanden. Die laatste zijn ook erg kwalijk voor andere dieren als vleermuizen en vogels. Er is geen eenduidige landelijke regelgeving rond de bestrijding. De Vlinderstichting maakt zich grote zorgen, want ook biologische bestrijdingsmiddelen brengen schade toe aan de biodiversiteit. Deze bacteriepreparaten en/of nematoden worden namelijk in een periode (april en mei) toegepast dat er ook honderden andere rupsen leven.
Voorzichtig de goede kant uit
Gelukkig maken we stappen. Diverse gemeenten binden de strijd aan op een zo diervriendelijke mogelijke manier. Er wordt gebruikgemaakt van biologische bestrijdingsmiddelen, nematoden (aaltjes), honderden nestkasten voor mezen worden opgehangen en het maaien van bermen wordt aan banden gelegd. Op vele plekken in het land worden over honderden kilometers bloembollen en -mengsels ingezaaid. Staatsbosbeheer legt bloem- en kruidenrijke akkers aan nabij recreatiegebieden. Ondertussen zijn er ook al locaties waar het gebruik van de biologische bestrijdingsmiddelen zo snel mogelijk wordt afgebouwd. Dé oplossing om de eikenprocessierups enigszins in toom te houden bestaat niet, maar een juiste mix van diverse maatregelen lijkt zeker zijn vruchten af te (gaan) werpen.
Niet alleen de eikenprocessierups zorgt voor problemen. Ook de rups van de buxusmot houdt de gemoederen bezig. Lees meer in het artikel ‘De buxusmot op natuurlijke manier bestrijden‘.