Een berg vol beestjes
Compost bestaat voor een deel uit humus, een complex organisch materiaal dat het eindstadium van composteren is. De organismen die in het compostmateriaal zitten, eten het groene afval op en verteren het. Hiermee zetten ze dood plantmateriaal om in voedzame humus. Humus op zijn beurt bestaat uit zogenoemde humuszuren. Deze zuren hebben een positieve invloed op voedingsstoffen in het bodemleven en zo op de structuuropbouw in de grond. De meeste bodemdeeltjes hebben de mogelijkheid om voedingsstoffen aan zich te binden, maar humus is hier de absolute kampioen in.
Composteren met een composthoop
Starten met een composthoop heeft twee (en misschien wel meer) fijne voordelen. Allereerst bespaart het je kosten, omdat je minder afval in de groenbak hoeft te gooien – en minder vaak legen betekent in veel gemeenten minder betalen. Daarnaast creëer je je eigen bron van humus. Deze kun je inzetten om je moes- of siertuin of gazon mee te onderhouden. Wanneer je kiest voor een composthoop, is contact met de bodem van groot belang. Zo kunnen de beestjes, inclusief compostwormen, erbij om te eten. Je kunt je composthoop daarom gewoon in een hoek achter in de tuin bouwen. Het is wel aan te raden de hoop te omheinen met hout, pallets of gaas. Verder is lucht een vereiste voor je composthoop. Ventilatie is belangrijk, omdat de beestjes en andere organismen zuurstof nodig hebben. Hier kun je voor zorgen door groen materiaal, zoals ongekookte groente- en fruitresten, af te wisselen met bruin materiaal, zoals zaagsel en dode bladeren en takken. Soms is het verstandig om je composthoop om te keren, zodat hij een zuurstofboost krijgt.
Zorg voor voldoende vocht
Houd het vochtgehalte van je composthoop – die vaak geen deksel heeft – goed in de gaten. Als hij te vochtig is, komt er te weinig zuurstof bij waardoor de hoop kan gaan rotten. Wanneer het vochtgehalte te laag is, valt de vertering juist stil. Om het vochtgehalte op peil te houden, is het slim af en toe een scheut water toe te voegen. Controleer van tevoren even of het nodig is door een handje compost te pakken en erin te knijpen. Voelt het droog? Dan giet je er wat water bij. Heb je dit allemaal goed geregeld, dan komt het erop aan geduld te hebben, de kern van een goede composthoop. Geef de beestjes de kans om de voedzame humus te creëren. Want goed werk heeft tijd nodig.
Deze resten gooi je op je composthoop
Zoals gezegd zijn ongekookte groente- en fruitresten zeer geschikt voor je composthoop. In principe zijn alle organische materialen die in de natuur aanwezig zijn van harte welkom. Dus ook tuinafval zoals zaagsel, dode bladeren of afgemaaid gras. En denk aan stro, stalmest, koffiedik, eierschalen, fijngemaakte hout en takken, en mest van plantetende dieren. Zelfs koffiefilters, kartonnen eierdoosjes, thee en keukenpapier kunnen erop. Zorg voor afwisseling van de verschillende soorten afval; droog en nat, fijn en grof. Een gevarieerde composthoop functioneert beter. Met alleen keukenresten loop je het risico op een te natte composthoop en dat kan gaan rotten (en stinken). Een composthoop houdt niet van brood, vlees en vis, beschimmelde producten, honden- of kattendrollen en gekookt of gebakken eten. Aardappelschillen zijn ook niet echt geschikt, behalve als je de onbespoten variant er met mate aan toevoegt. Wil je weten wat je wel en niet op je composthoop kunt gooien? Milieu Centraal heeft een handige lijst én variant voor een wormenhotel.
Tips om te composteren
Ga je de uitdaging aan? Neem dan ook deze tips mee en je kunt aan de slag.
- Grof materiaal duurt lang voordat het afbreekt. Zorg daarom dat je afval al klein van stuk, gesneden of geknipt is.
- Plaats de composthoop niet midden in de zon (dat gaat snel broeien), maar in de halfschaduw. Een paar uur zon per dag is wel wenselijk. Een afsluitbare compostbak kan wel in de zon staan.
- Lever regelmatig nieuw afval aan, zodat de composthoop gestaag doorwerkt.
- Je kunt het hele jaar starten met je composthoop, al is de winter daarvoor het minst geschikt.
- Belucht je composthoop zo nu en dan, zeker als er relatief veel fijn materiaal op ligt. Dit doe je handig met een riek, waarmee je delen kunt omkeren.
- Let op met grasmaaisel: dit is nat materiaal waardoor er snel rotting kan ontstaan. Zorg dat je hiernaast ook ruim voldoende droog materiaal toevoegt aan je hoop.
- Trekt je composthoop veel fruitvliegjes aan? Dek net gedumpte fruitresten dan direct af met grof (tuin)afval of karton.
- Houd er rekening mee dat het tussen de vier en twaalf maanden kan duren voordat je daadwerkelijk bruikbare humus kunt oogsten uit je composthoop.
Weinig ruimte? Ga voor Bokashi
Niet iedereen heeft de ruimte voor een composthoop. Of je vindt het geen gezicht, zo’n berg afval in de tuin. Kies in dat geval voor een wormenbak of voor Bokashi. Deze varianten zijn erg geschikt voor een kleine tuin. Bokashi kan zelfs binnenshuis worden toegepast met je kleingesneden keukenafval, koffiedik en klein tuinafval. Het is een fermentatiemethode overgewaaid uit Japan. Bokashi betekent ‘goed gefermenteerd organisch materiaal’. Let wel op: je dient een (of twee) Bokashi-emmer(s) én een zak met mengsel van effectieve micro-organismen aan te schaffen. Zonder dit mengsel ontstaat er geen fermentatieproces.
Hoe werkt Bokashi?
Je doet een laagje van het mengsel in de daarvoor bestemde emmer, daarbovenop leg je fijngesneden keukenafval dat je weer afdekt met een laagje mengsel. Je bouwt het telkens op (zoals een lasagne) tot de emmer vol is. Laat de volle emmer vervolgens tien dagen rusten. Tussentijds kun je vruchtbaar sap aftappen uit het kraantje. Verdun dit met water en geef het aan je planten. Ga eventueel met een tweede emmer aan de slag, als je die hebt. De inhoud van de eerste emmer begraaf je na de rusttijd in de grond. Let wel: je afval is geen humus geworden zoals bij een composthoop of wormenbak. Het is nog intact. Belangrijk om te weten is dat je na het ingraven een aantal weken moet wachten met zaaien of planten. Dat vinden veel mensen een groot nadeel van Bokashi. Lees meer over Bokashi.
Liever een wormenhotel
Ook voor het composteren met wormen heb je een (speciale) bak nodig. Deze kun je zelf maken of kopen bij een tuincentrum. Overigens dien je nog iets aan te schaffen: de wormen. Hoe je composteert met wormen, lees je in het artikel over een wormenhotel.