Als de sneeuwklokjes en krokussen zijn uitgebloeid, ontwaken de narcissen in de lentetuin. Dit bloembollengewas zorgt voor een vrolijke noot in de border. Niet alleen met hun frivole trompetjes, maar ook dankzij hun zonnige kleuren. Nog een pluspunt van de narcis: het bolletje verwildert spontaan. Je krijgt er dus steeds meer van en daar hoef je niets voor te doen.
Narcissen in trossen, gefranjerd en vele kleuren
Karakteristieke gele trompetjes, frêle trosbloemen, weelderige dubbelbloemigen: de collectie narcissen (Latijnse naam: Narcissus) is enorm divers. Er zijn soorten die laag bij de grond bloeien en kanjers die met gemak de 60 cm halen. Er zijn bloemen met flinke trompetten en juist bescheiden exemplaren met gefranjerde bloemblaadjes. Ook het kleurenpalet van de narcis is groter dan je denkt. Want behalve de klassieke gele narcis, zijn er variëteiten die wit, roze, oranje en bont bloeien. De bloeitijd verschilt per soort narcis en loopt van februari tot eind mei. De wilde, botanische narcissen komen uit Zuid-Europa. Ook in onder meer Drenthe en Zuid-Limburg groeit een wilde soort, Narcissus pseudonarcissus. Het is onbekend of deze hier in het verleden ooit is verwilderd uit tuinen. Al in 1601 werd in Nederland de eerste variëteit gekweekt, ‘Dubbele Kampernelle’. Die is te bewonderen in de Hortus Bulborum in Limmen.
Narcis soorten
Narcissen worden onderverdeeld in twaalf categorieën. In elke groep vind je vaak tientallen en soms zelfs duizenden cultivars. De trompetnarcis is waarschijnlijk de bekendste van allemaal, met zijn karakteristieke trompet op lange steel. Verder zijn er groot- en kleinkronige narcissen en opvallende dubbele soorten. Bijzonder zijn de tazetta’s (Narcissus tazetta), die tot wel twintig bloemen per steel kunnen geven. Zoals de dubbelbloemige ‘Bridal Crown’, die ook nog eens heerlijk ruikt. Eveneens geurend is de Narcissus poeticus, die zuiver wit bloeit met een roodgerand trompetje. Het Nederlandse bollenbedrijf Fam Flower Farm teelt ‘Romy’, een gefranjerde gele trompet met een zachtoranje randje. Fraai is ook Narcissus ‘Pink Charm’, een grote witte narcis met een zachtroze trompet.
Narcis planten en verplanten op juiste diepte
De bloembollen van de narcis plant je in het najaar vóór de eerste flinke nachtvorst. Afhankelijk van de soort stop je ze 10-20 cm diep de grond in, op een afstand van 10-15 cm van elkaar. Het is belangrijk dat de bloembollen niet te nat staan om verrotting van de bol te voorkomen. Tuinier je op kleigrond, dan kun je eventueel een handjevol scherp- of geel zand in het plantgat doen, zodat de afwatering sneller verloopt. Narcissen staan goed in de halfschaduw en volle zon. Combineer verschillende soorten en kleuren narcissen voor een zonnig lentetapijtje. Denk ook aan combinaties met andere voorjaarsbloeiers, zodat je van de vroege tot late lente kunt genieten van de bollenpracht.
Zijn narcissen giftig?
Ja, dat zijn ze. Alle narcissoorten bevatten lycorine, een giftige alkaloïde. Het zit in de bol en het blad en als je het inneemt krijg je er bijvoorbeeld buikpijn en diarree van. Ook bij aanraking kan de narcis voor problemen zorgen; het sap kan de huid irriteren. Bovendien is de plant giftig voor dieren. Vandaar dat je in weilanden vaak genoeg narcissen aantreft; grazend vee mijdt dit als voedsel. Tip: narcissen zijn ook giftig voor knaagdieren. Wil je dat ze van jouw sneeuwklokjes afblijven, plant hier dan een cirkel van narcissen omheen.
Narcissen in potten en binnen
Narcissen doen het ook prima in potten. Zorg dan wel voor een goede afwatering door bijvoorbeeld potscherven onderin de pot of mand te leggen. Om de bloeitijd mooi te spreiden kun je hier kiezen voor lasagnebeplanting. Zoek narcissen met uiteenlopende bloeitijden en plant deze in lagen boven elkaar. Op die manier heb je maanden plezier van je narcispotten. Knip je narcissen voor de vaas? Snijd de stelen dan schuin af. Wacht een tijdje voordat je andere bloemen toevoegt, want het slijm uit de stelen kan ze verbranden. Bekijk tips voor bolbloemen in huis.
Ga voor verwilderen
Het leuke van de narcis is dat je hem gewoon in de grond kunt laten als ie is uitgebloeid. Gemiddeld zal de bloem dan zo’n vijf jaar tot bloei komen. Staat een bolletje op de juiste, zonnige plek, dan zal het zich ondergronds ook vermeerderen door middel van broedbolletjes. Zo breidt de familie zich steeds verder uit. Laat je de bolletjes verwilderen in het gazon, wacht dan met maaien tot het loof is afgestoven. Narcissen houden van voedselrijke grond, dus verwen ze ieder najaar met compost eventueel gemengd met organische mest.
Wat doe je met uitgebloeide narcissen?
Nadat de narcissen zijn uitgebloeid, kun je de bloemstengels eventueel afknippen als je je hieraan stoort. Ook voorkom je op die manier dat de bloemen zaad vormen. Dit kost de bol veel energie. Het loof mag je niet wegknippen, want daar haalt de bol zijn voedingsstoffen uit voor het volgende jaar. Je kunt het wel bij elkaar binden of vlechten. Zodra het loof helemaal is verdord, kun je het weg harken. Bollen in potten kun je, zodra het loof is afgestorven, uitgraven en droog opbergen voor het najaar. Ook kun je de planten zodra ze zijn uitgebloeid alvast in de tuin zetten. Laat ze daar rustig afsterven. Lees hier wat je met uitgebloeide bloembollen van andere bloemen kunt doen.