Vlambloemen in tuinen zijn vaak in roze, paarse en witte kleurtinten te vinden. Het hart van de bloem heeft een contrasterende kleur ten opzichte van de bloemblaadjes. Denk bijvoorbeeld aan een phlox met lichtroze bloembladen en een donkerroze hart. In het wild is dat net wat anders, dan heeft deze plant felrode bloemen. Aan dit verschijnsel dankt de plant dan ook zijn naam. De botanische naam Phlox komt van het Griekse woord voor vlam. In het Nederlands dus de vlambloem.
Soorten phloxen
De vlambloem kunnen we in twee soorten indelen: staande- en kruipende phloxen. Daarnaast is er nog het verschil in eenjarige en vaste varianten. We lichten een aantal verschillende soorten voor je uit.
Phlox drummondii
De Phlox drummondii is ook wel bekend als de eenjarige vlambloem. Deze variant blijft laag, zo’n 30 tot 40 centimeter, en door de zwaarte van de bloemen kunnen deze soms omvallen. Het kan helpen om meerdere plantjes bij elkaar te plaatsen, of de phlox tussen andere planten in te zetten. De bloeiperiode is lang: van eind juni tot in oktober.
Phlox paniculata
De Phlox paniculata is een staande phlox en kent vele variaties, maar één ding hebben ze gemeen: het zijn vaste planten. De paniculata is winterhard, maar niet wintergroen. Deze staande soort heeft gemiddeld een hoogte van zo’n 100 tot 120 centimeter. Kenmerkend voor de Phlox paniculata zijn de pluimvormige bloemen. De bloeitijd is voornamelijk in de zomer, maar sommigen kunnen tot ver in de herfst in bloei staan. Een bekende soort is de Phlox paniculata ‘Bright Eyes’ met lichtroze bladeren met een donkerroze hart.
Phlox maculata
Deze soort lijkt op de Plox paniculata, maar de Phlox maculata heeft slankere stengels en smallere bladeren. Ook blijft deze variant wat lager, hij wordt zo’n 60 tot 80 centimeter hoog. De maculata is (net als de grotere soortgenoot) winterhard, maar wel bladverliezend. De bloeiperiode is in de zomer van juni tot en met juli.
Kruipende vlambloem
De Phlox subulata wordt ook wel kruipende vlambloem of kruipphlox genoemd. Deze variant vormt een mooi dicht geheel van bloemen. De subulata wordt ‘maar’ zo’n 5 tot 10 centimeter hoog en daarmee een perfecte bodembedekker. In tegenstelling tot de hogere phloxen, is de kruipende vlambloem een groenblijvende plant. Je geniet al eerder van de kleurrijke bloemen, want hij bloeit van april tot juni. Ook de Phlox divaricata is een kruipende phlox, maar kenmerkt zich vaak door wat lichtere kleuren dan de subulata. Deze variant wordt iets hoger, namelijk zo’n 30 tot 40 centimeter. Wel is deze ook wintergroen en bloeit deze kruipende vlambloem in het voorjaar van april tot juni.
Verzorging en standplaats
Phloxen zijn ongekend populair, niet gek gezien de plant weinig onderhoud nodig heeft. Ze hebben een graag een zonnige standplaats. De Phlox paniculata vindt de halfschaduw ook een fijne plek. Zowel kruipende als staande varianten kun je het hele jaar door (ver)planten, maar de allerbeste tijd hiervoor is tussen april en augustus. Zorg verder voor een goed vocht doorlatende en voedzame grond en bemest de planten één keer per jaar, dan is de vlambloem al snel een tevreden gast in je tuin.
Snoeien
Het snoeien van de vlambloem verschilt de manier en periode van snoeien. Bij kruipende phloxen knip je de uitgebloeide bloemstengels tot twee derde terug na de bloeiperiode. Ook kun je dan de scheuten aan de zijkanten van je borders bijknippen. Zo houd je de plant in bedwang en behoud je een dichte begroeiing. Bij de staande phloxen kun je tijdens de bloeitijd het beste de uitgebloeide bloemen verwijderen. Zo verleng je de bloeiperiode. Als de plant is uitgebloeid, meestal in september, is het tijd om de uitgebloeide bloemstelen tot op de grond af te knippen.
Phlox in de pluktuin
Een uitbundige bloeiende phlox staat prachtig in een vaas. Ben dus niet bang om een paar stengels af te knippen. Pluk de bloemen tijdens de koelste periode gedurende de dag, dan blijven ze langer mooi in de vaas. Knip ze net boven de vertakking af als de bloem net uit de knop is gekomen, maar nog niet volledig open is. De vlambloem staat prachtig in een plukborder met bijvoorbeeld duizendknoop (Persicaria), siergrassen en klokjesbloem (Campanula).