Vaste planten met stekelige bloemen houden zich vaak stevig staande tijdens warme zomers. Hun prikkelige karakter schrikt bijen en vlinders niet af. Integendeel: insecten zijn dol op deze stuifmeelbommetjes. Na de bloei laten deze vijf planten met stekels mooie zaaddozen na. Zo zorgen de struiken de hele winter voor mooie silhouetten in je tuin.
1. Kogeldistels in blauw en wit
De kogeldistel (Echinops) valt op door zijn kogelronde stekelbloemen. Die bloeien van juli tot september. Vlinders, bijen en hommels zijn dol op het stuifmeel in de buisbloemetjes. Het blad is karakteristiek distelachtig en mooi groengrijs. Er zijn verschillende soorten verkrijgbaar bij kweker en tuincentrum. Populair is de Echinops ritro waaronder de ‘Veitch Blue’ met staalblauwe bloemen. Wat groter zijn de bollen van Echinops bannaticus, die ook een stukje hoger wordt (ca. 1 m). Kogeldistels zijn er ook in het wit, zoals de E. bannaticus ‘Albus’. Laat de stekelige bloemen gewoon staan als ze zijn uitgebloeid, ze geven een mooi winterbeeld en bovendien komen vinken graag van de zaden eten. Geef de plant een zonnige plek in goed doorlatende grond, want kogeldistels hebben een hekel aan natte voeten.
2. Vleesetende grote kaardebol
Je moet er wel de ruimte voor hebben in je tuin, want de grote kaardebol (Dipsacus fullonum) groeit flink breed uit. Deze distelachtige verdient de aandacht echt, niet in de laatste plaats vanwege zijn fraaie, zilvergrijze blad. Kijk daar eens in na een regenbui. In de bladvoeten blijven namelijk plasjes water staan, waarin de plant een zoete maar fatale lokstof uitscheidt voor insecten. Op het moment dat de insecten verteren, bemesten ze de plant. Een soort vleesetende plant dus! Gelukkig zorgt de grote kaardebol in ruil ook voor veel stuifmeel. De stekelige bollen vind je vaak tot op 2 m hoogte. De naam verwijst naar de functie die ze vroeger hadden: het kaarden of distelen van wol. Geef de grote kaardebol een zonnige plek in goed doorlatende grond. Let op: als ze zijn uitgebloeid verspreiden de lila stekelbloemen een grote hoeveelheid zaad dat makkelijk kiemt. Houd dit goed in de gaten als je geen border vol kaardebol wilt.
3. Staalblauwe wolken van kruisdistel
Van de planten met stekels is de blauwe kruisdistel (Eryngium) vermoedelijk een bekende. Hij lijkt prikkeliger dan dat hij is. Alleen op de ‘omwindselbladeren’ (een krans van schutbladeren) zitten scherpe puntjes. De naam verklapt al dat de bloemen blauw zijn, van licht lila tot kobalt, maar er zijn ook variëteiten die zilver en wit bloeien. Zo zorgt een boeket Eryngium planum ‘Blauer Zwerg’ voor staalblauwe wolken in de border. De giganteum-soorten (ivoordistel) hebben opvallend grote omwindselbladeren. Ook mooi als snij- en droogbloem! Als de blauwe kruisdistel eenmaal in je tuin staat, heb je er weinig omkijken naar. Al gaat de plant wel stralen van een extra gift kalk. In het wild groeit hij namelijk het liefst op kalksteenrotsen. Nog een pluspunt: de bloemen trekken veel insecten aan.
4. Fraaie structuurplant: stekelige berenklauw
5. Artisjokachtig én eetbaar: kardoen
De kardoen (Cynara cardunculus) wordt wel eens verward met de artisjok. Van deze prikkende reus eten we in Europa vooral de bladeren. Die zijn het lekkerst als ze groot worden onder een bleekpot (een klokvormige, aardewerken stolp). Maar ook de paarsblauwe bloemen zijn eetbaar en smaken naar artisjok. Ze hebben puntige omwindselbladeren waardoor ze een stekeliger karakter hebben dan artisjok. Fraai zijn ook de grijsgroene bladeren. Bij de wilde soorten van de kardoen zitten op de toppen venijnige doorns van soms wel 3 cm. Maar er zijn ook doornloze, gecultiveerde soorten van deze plant met stekels. De plant schiet de grond uit en heeft dan ook behoefte aan vruchtbare, vochtige grond. Wil je hem overhouden, dek hem dan voor de zekerheid af in strenge winters.
Ben je wel gecharmeerd van blauwe planten en bloemen in de tuin? Doe meer inspiratie op in het artikel over de blauwe bloemen blues van 2020.