Wie een tuin vol bomen en planten heeft, ontkomt er bijna niet aan om zo nu en dan te snoeien. Zeker in een kleine(re) tuin en als je te maken hebt met buren en schuttingen. Maar zo veel planten, zo veel manieren waarop je kunt snoeien. En wanneer ga je snoeien? Lees meer over ABC-bomen snoeien, het juiste gereedschap en praktische snoeitips voor als je aan de slag gaat.
Waarom zou je snoeien?
Je zou het niet denken, maar de meeste planten en bomen snoeien we uit esthetisch oogpunt: omdat we het mooi vinden. Bijvoorbeeld omdat we de eigenschappen van een plant waarderen die je ziet als de plant nog jong is. Zo behoudt een beukenhaag zijn blad in zijn jonge jaren en wordt deze op latere leeftijd bladverliezend. Door geregeld te snoeien, blijft de haag jeugdig. Dat geldt ook voor winterkornoelje, die door de snoei zijn felgekleurde takken behoudt. Een ander voorbeeld is heide. Dat wordt in de natuur afgegraasd door schapen, waardoor het een compact en rijkbloeiend struikje blijft. Bij gebrek aan schapen kun je het plantje dus bewerken met de snoeischaar.
Wanneer moet je snoeien?
De veiligste tijd om bomen en heesters te snoeien is in februari en maart. De stofwisseling van de boom ligt dan stil, er is weinig sapstroom en de boom zal zo min mogelijk bloeden. In april, mei en juni vindt de voorjaarsgroei plaats en is de sapstroom op zijn hevigst, dus dan is snoeien riskant. Sowieso is de zomer de beste snoeitijd voor elke boom of struik, maar in de winter is de takkenstructuur beter zichtbaar en zien we beter wat er gesnoeid moet worden. Houd rekening met het bloeitijdstip van sommige planten. Bij bijvoorbeeld de Japanse azalea (Rhododendron molle) en Japanse sierkers (Prunus serrulata) is het slim om direct na de bloei te snoeien, als je tenminste niet een jaar zonder bloemen wilt zitten. Groenblijvende bomen als de olijfwilg en liguster zijn gevoelig voor vorst en kunnen na het snoeien invriezen. Deze snoei je dan ook beter later in het jaar. Wacht verder met het terugsnoeien van bolbomen als bolcatalpa (Catalpa bignonioides ‘Nana’) en kogelacacia (Robinia Pseudoacacia ‘Umbraculifera’) tot maart of april. De takken zijn vrij zacht en vorstgevoelig. Bomen met een volle bol kun je ook in het najaar al iets inkorten. Dit om te voorkomen dat er takken afbreken onder het gewicht van sneeuw.
Wanneer kun je ABC-bomen snoeien?
Bomen die makkelijk bloeden kun je het beste met rust laten in de winter. Dit zijn onder meer de ABC-bomen: Acer (esdoorn), Betula (berk) en Carpinus (haagbeuk). Verder snoei je ook de walnoot (Juglans), kastanje (Castanea) en druif (Vitis) bij voorkeur niet in de wintermaanden. Bij deze soorten komt de sapstroom vroeg op gang, waardoor ze bij wondjes veel vocht verliezen. Voor al deze soorten geldt dat je kunt wachten met snoeien tot de bomen goed in blad staan.
Koop de juiste boom of plant
Om te voorkomen dat je vaak moet snoeien, is het slim om bij aanschaf van de plant of boom al rekening te houden met de uiteindelijke hoogte en breedte van de plant. Zo bespaar je jezelf een hoop werk. Vaak worden de uiteindelijke hoogte en de onderlinge plantafstand aangegeven op het kaartje van de plant. Is het toch tijd de boel te kortwieken, bepaal dan voordat je aan de slag gaat je doel. Wil je een vaste plant of boom verjongen? Snoei dan de oude, zwakke, dode en kruisende takken weg. Bij het inperken van de totale struik of boom ga je rigoureuzer te werk en snoei je meer. Doe dit niet bij vorst of te warm weer.
Kies het juiste gereedschap
Ook een belangrijk punt: goed beslagen ten ijs te komen. Het juiste gereedschap is daarom een niet te verwaarlozen punt voor je snoeiproject. Een goede snoeischaar of -zaag is een voorwaarde, want zo voorkom je dat takken breken en de schors inscheurt. Diverse planten hebben hun ‘eigen’ gereedschap, zoals de rozenschaar, heggenschaar en zelfs de buxussnoeischaar. Zolang de takken niet te dik zijn, is een standaard snoeischaar goed te gebruiken bij de meeste vaste planten. Worden de takken dikker, dan is een snoeizaag een idee. Bomen snoei je met een takkenschaar waarmee je dikke takken goed kunt doorknippen. Of je pakt de boomschaar, die een verlengstuk heeft zodat je op hoogte kunt werken. Die is ook handig voor grote heesters. Welk gereedschap je ook nodig hebt, zorg er wel voor dat het scherp is geslepen voordat je begint. En gebruik altijd schoon gereedschap om verspreiding van virussen en bacteriën te voorkomen. Reinig het ook tussendoor, als je van de ene naar de andere struik gaat.
Aan de slag: snoeien doe je zo
Na alle voorbereidingen ben je zover: je kunt gaan snoeien. Lees deze tips als je in eigen tuin aan de slag gaat en doe er je voordeel mee.
- Snoei regelmatig op een buitenoog, dat is een knop die van het midden van de plant naar buiten is gericht. Haal je deze weg dan ontstaat een mooie, open structuur in de boom.
- Snoei direct boven een knop en maak een schuine snede, zodat het vocht makkelijk van het snijvlak afloopt.
- Haal schurende takken weg; exemplaren die elkaar in de weg zitten. Doe je dit niet, dan kunnen er wonden ontstaan waarin schimmels goed gedijen. Knip of zaag van de twee takken de zwakste af.
- Bij leibomen als lindes kun je alle dunne zijtakken en rechtopstaande takken (waterloten) terugsnoeien tot op de dikke, horizontale oude ‘leggers’.
- Voorkom lelijke kapstoktakken in bomen door dicht bij de stam weg te snoeien. Maar doe het ook niet te kort op de stam, dat zorgt voor grote wonden.
- Zaag dikke takken in twee fases van een boom, om breken of afscheuren te voorkomen.
- Haal je te veel takken uit de kroon van de boom of heester weg, dan stimuleert dit de groei van waterloten. Laat minstens twee derde van de kroon intact.
- En snoei ten slotte niet als het vriest om invriezen te voorkomen.
Tip: veel mensen vragen zich af of je siergras ook kuntt snoeien. Dit kan zeker. Lees verder over wanneer hoe je siergras snoeit.