Welk beestje zit er op mijn kamerplant?
Als je merkt dat je kamerplanten plakkerige afscheidingen hebben, kunnen insectenplagen de boosdoeners zijn. De meest voorkomende plagen zijn spintmijten, bladluizen, witte vlieg en trips. Let op verkleurde bladeren, webben of stippen – dit zijn tekenen dat er insecten aan het werk zijn. Identificatie is essentieel om de juiste bestrijdingsmaatregelen te nemen. Om ongedierte op je planten te herkennen, is regelmatige inspectie van groot belang. Let op plakkerige afscheidingen, vervormde bladeren of kleine beestjes die zich op de bladeren bevinden. De vijf meest voorkomende plagen zetten we voor je op een rij én hoe je deze herkent.
De meest voorkomende plagen bij kamerplanten
- Spintmijten(Tetranychidae) zijn zeer kleine, rode, bruine of gele insecten die zich meestal onderaan de bladeren bevinden. Ze spinnen fijne webben tussen de bladeren en zuigen het sap uit de plantencellen, waardoor de bladeren er geelachtig of zilverachtig uit kunnen zien.
- Hebben je planten een plakkerige afscheiding of vervormde bladeren? Dan kan het zijn dat je last hebt van bladluis. Bladluizen (Aphididae) zijn kleine, zachte insecten in verschillende kleuren zoals groen, zwart, wit of rood. Ze clusteren vaak op jonge bladeren en scheuten en voeden zich door het sap van de plant te zuigen.
- Witte vliegen (Aleyrodidae) zijn kleine, vliegachtige insecten die zich voornamelijk aan de onderkant van de bladeren verzamelen. Ze hebben een witte, wasachtige uitstraling en vliegen op als de plant wordt verstoord. Ze voeden zich met het plantensap en kunnen honingdauw afscheiden, wat op zijn beurt schimmelgroei kan bevorderen.
- Trips (Thripidae) zijn zeer kleine, gevleugelde insecten die meestal donkerbruin tot zwart van kleur zijn. Ze voeden zich door kleine gaatjes in de bladeren te prikken en het plantensap op te zuigen. Aangetaste bladeren kunnen er zilverachtig uit zien en kunnen vervormen.
- Als je zwarte beestjes op je kamerplanten ziet, kunnen dit schildluizen (Coccoidea) zijn. Deze insecten kunen je planten beschadigen en honingdauw afscheiden, wat op zijn beurt weer andere insecten aantrekt. Bladvuur is een ziekte die zwarte vlekken op de bladeren veroorzaakt.
Gerichte Bestrijding
Snel handelen is cruciaal als je een insectenplaag op je kamerplanten ontdekt. Kies voor gerichte bestrijding met milieuvriendelijke middelen zoals neemolie of zeepwater. Deze zijn effectief en minder schadelijk voor je planten en het milieu dan chemische pesticiden. Verwijder ook aangetaste bladeren en behandel je planten regelmatig om herbesmetting te voorkomen.
8x tips tegen een plaag
- Verander de locatie: als sommige planten keer op keer last hebben van insectenplagen, verplaats ze dan naar een andere plek in huis. Een nieuwe omgeving kan vaak een oplossing bieden.
- Zet je kamerplanten op de juiste plek, weg van warme, droge radiatorlucht, tocht en direct zonlicht. Deze omstandigheden maken planten gevoeliger voor ziekten en plagen.
- Maak bij het kopen van nieuwe planten de bloempot goed schoon. Er kunnen namelijk nog insecten of eitjes aanwezig zijn.
- Geef je water niet te veel water en mest, dit maakt je groene vrienden vatbaarder voor ziektes en plagen.
- Kies voor natuurlijke bestrijding. Roofinsecten gebruiken is daarbij een goed idee. Dit zijn natuurlijke vijanden van je plaaginsecten, denk bijvoorbeeld aan lieveheersbeestjes of sluipwespen.
- Spoel je planten regelmatig af onder een lauwe douche. Zo kun je vastplakkende luizen eenvoudig van de bladeren vegen.
- Is het niet te koud buiten? Zet je aangetaste kamerplanten enkele weken buiten op een beschutte en schaduwrijke plaats. Veel plaaginsecten kunnen niet goed tegen kou en vocht. Verwijder, voordat je de planten weer naar binnen haalt, de aangetaste delen.
- Gebruik huis-tuin-en-keukenmiddeltjes. Meng bijvoorbeeld 20 milliliter keukenolie, 1 theelepel vloeibare zeep en 2,5 deciliter water. Vul het goedje aan met water tot je 2 liter hebt, schud goed en bespuit je planten wekelijks overvloedig tot de plaag verdwijnt.
7 tips om ziektes en plagen te voorkomen
- Controleer je kamerplanten regelmatig op plaaginsecten. Pak er desnoods een vergrootglas bij voor een grondige inspectie.
- Plaats horren voor ramen en deuren om trips en witte vliegen buiten te houden.
- Zet je kamerplanten niet tegen de radiator! Draai je thermostaat ‘s nachts laag om een té warme omgeving te voorkomen.
- Om spint en trips te voorkomen, vermijd fel zonlicht en tocht in de buurt van je groene huisgenoten.
- Laat potgrond licht uitdrogen voordat je opnieuw water geeft.
- Besproei je planten regelmatig met water en vergeet daarbij de onderkant van de bladeren niet!
- Insecten houden niet van sterke geuren zoals pepermunt, lavendel, en kruidnagel. Plaats deze kruiden in de buurt van je kamerplanten om ongewenste bezoekers af te schrikken. Ook knoflook en uien kunnen helpen insecten op afstand te houden.