Kuifmees mannetje en vrouwtje herkennen
Met zijn parmantige, driehoekige zwart-witte kuifje onderscheidt de kuifmees zich van de rest van de mezenfamilie. Het mannetje en het vrouwtje zien er hetzelfde uit en hebben beide het verenkammetje. Ze kunnen het bij gevaar, ruzie of in de paartijd rechtop zetten. Ook het verenkleed van beide geslachten komt overeen; het bovenlijf is bruin, het onderlijf crème wit. Opvallend zijn de zwarte halsband en oogstrepen. De kuifmees is 11 cm groot en daarmee even groot als een pimpelmees. De vogel produceert een typisch mezengeluid dat bibberende, schelle roep afwisselt met hoge, korte fluittonen.
Waar komt de kuifmees voor?
De kuifmees komt eigenlijk alleen in Europa voor en dat is best bijzonder. In Nederland vind je ze in naaldbossen in duingebieden, op de Veluwe, de oostelijke helft van het land en in het zuiden. Het zijn lastige vogels om te spotten, omdat ze vaak in de toppen van bomen vertoeven. Kuifmezen zijn standvogels die ook nog eens territoriaal zijn; ze verblijven hun hele leven in hetzelfde broedgebied. Opvallend genoeg gaan de jongen in de winter zwerven – vaak ik groepjes – op zoek naar een eigen broedgebied voor de aanstaande lente. Hier vind je ze de rest van hun leven.
Is de kuifmees zeldzaam?
Nee, kuifmezen zijn niet zeldzaam. Al zou het stukken beter kunnen gaan met dit vogeltje. Het aantal broedparen wordt geschat op 13.000-16.000. Dat aantal is in de afgelopen decennia licht gedaald, maar minder erg dan werd verwacht. Het omzetten van naaldbossen naar meer natuurlijke bossen heeft een nadelig effect op het bestand. De toename van het aantal spechten in Nederland is evenmin goed nieuws voor dit markante vogeltje. Spechten zijn dol op mezeneieren en eten niet zelden een heel nestje van de kuifmees leeg.
Wat eten kuifmezen?
De kuifmees vliegt rusteloos van boomtop naar boomtop op zoek naar kleine insecten, insectenlarven en spinnen. In de winter voedt hij zich ook met zaden van naaldbomen, wilgen en populieren. En de bessen van de meidoorn en lijsterbes staan bovendien op het menu van deze veelzijdige eter.
Zo help je kuifmezen in de tuin
Zwervende jonge kuifmezen kun je in de winter naar je tuin halen door het aanplanten van diverse sparren en larikssoorten. Ze worden ook wel gespot op voedertafels met fijne zaadmengsels en op pindasnoeren. Tip: zorg voor een vorstvrije waterplaats. Wil je een kuifmeesfamilie verwelkomen, hang dan een speciale nestkast voor deze vogels op. De kasten hebben hetzelfde formaat als die van het winterkoninkje. Hang ze op tussen de naaldbomen op circa 3 m hoogte.
Nestelende en broedende kuifmezen
Kuifmezen zijn holenbroeders. Ze gaan meestal op zoek naar een oude nestholte in een boom. Vinden ze die niet, dan hakt het vrouwtje een hol in een oude of dode boom waarvan het hout zacht genoeg is. Dode berkenbomen zijn hiervoor favoriet. Het nest wordt bekleed met haar, veertjes en wol. Van half april tot juli legt het vrouwtje een of twee nestjes met vier à acht eieren. Die zijn wit met kastanjebruine vlekken. Ze broedt het nestje alleen uit, en circa twee weken later komen de eitjes uit. Nog eens drie weken later zijn de jongen vliegvlug en worden nog drie weken gevoed door beide ouders.