De charme van het broedseizoen
In juni zitten we midden in het broedseizoen. Als je een tuin hebt met bomen, struik of een heg, dan kun je zomaar een plekje hebben voor vogels om een nestje te bouwen. In deze maanden zijn veel vogels druk in de weer met het bouwen van nesten of hebben al kuikens om voor te zorgen. En dat is echt heel leuk om naar te kijken. Het betekent dat ze op zoek zijn naar voedsel, nestmateriaal én veilige plekjes om hun kroost groot te brengen. Juist daarom is het zo’n goede periode om vogels te helpen. Als beloning krijg je een levendige tuin vol gefladder, gezang en misschien zelfs jonge vogeltjes op bezoek.
Zorg voor voedsel in overvloed
Vogels zijn in deze periode dol op insecten, wormen, larven en andere eiwitrijke snacks voor hun jongen. Zelfs fruit, zaden en ongezouten pinda’s zijn van harte welkom. Hang voedersilo’s op met zonnepitten of zaadmengsels en strooi wat vogelvoer op een voedertafel of vlak bij struiken. Let wel op: voer met mate en het liefst verspreid door de tuin, zodat vogels niet op één plek samendrommen. Overrijp fruit zoals een geplette banaan of appel op de grond is een traktatie voor veel soorten vogels, vooral voor lijsters en merels. Wees je er van bewust dat vogelvoer andere dieren kan aantrekken. Voer dus niet te dicht bij je woning of hang het eten hoger op.
Maak je eigen voederstation
Een eigen voederstation maken is leuk om te doen en een fijne manier om vogels op een centrale plek in je tuin te voeren en te observeren. Je kunt een voederstation eenvoudig zelf maken van een stevige houten paal of een metalen standaard, waar je haken aan bevestigt om vetbollen, pindanetjes en voersilo’s op te hangen. Een paal met een grote platte plank erop en een bak met water is ook ideaal om van strooivoer te voorzien. Zorg dat het station stabiel staat en dat vogels van verschillende kanten kunnen aanvliegen. Hang het bij voorkeur op een open plek met goed zicht, zodat roofdieren moeilijker kunnen toeslaan. Wil je het extra gezellig maken? Voeg dan ook een waterschaal of een plankje met fruit toe. Zo maak je van je tuin een populaire vogelspot én van jezelf een echte vogelliefhebber.
Water, water, water
In de warmere maanden is water minstens zo belangrijk als voedsel. Zet een ondiepe schaal neer met vers water of installeer een klein waterschaaltje met een fontein of druppelsysteem. Heb je voldoende ruimte in de tuin? Bewegend water, zoals een beekloopje en een vijver, trekt extra veel vogels aan. Dit water wordt namelijk gebruikt om van te drinken en om in te badderen. En zeg nou zelf: een merel die enthousiast in een waterschaal springt is toch een heerlijk gezicht?
Maak het natuurlijk
Vogels houden van een tuin met structuur en beschutting. Vooral kleinere vogeltjes, zoals meesjes en roodborstjes houden wel van extra schuilplekken. Denk aan struiken, hagen, klimplanten, bomen en dichte borders. Hoe gevarieerder de begroeiing, hoe aantrekkelijker je tuin is voor verschillende soorten vogels. Kies wel bij voorkeur voor inheemse planten. Dat is namelijk goed voor de biodiversiteit in je buurt en het trekt weer insecten aan die in de buurt wonen. En die kunnen dan weer voer zijn voor jonge vogeltjes. Bovendien zorgen dichte struiken en heggen voor nestplekken en veilige schuilplaatsen tegen katten of roofvogels.
Laat wat rommel toe
Misschien een beetje tegen je gevoel in, maar een tuin hoeft niet altijd keurig opgeruimd te zijn. Sterker nog, door wat takjes, bladeren of een hoekje met lang gras te laten liggen, geef je de vogels voldoende materiaal om nesten mee te bouwen. Een composthoop of insectenhotel is ook een slimme toevoeging, want die zorgen voor natuurlijke voedselbronnen. Juist in juni is een beetje ‘wilde rommel’ goud waard voor je gevleugelde bezoekers.
Nestkastjes? Ja graag!
Ook al zijn er in de natuur volop nestplekken te vinden, je kunt vogels zeker helpen met het ophangen van nestkastjes. Vooral vogels die normaal hun nesten onder daken of in de holtes van spouwmuren hun nesten bouwen, hebben baat bij nestkasten, omdat door isolatie van huizen deze plekjes steeds minder voorradig zijn. Zorg ervoor dat deze kastjes op een rustige plek hangen, beschut tegen regen en wind en niet in de volle zon. Hang verschillende soorten nestkastjes op, want iedere vogelsoort heeft een andere voorkeur voor onderdak. Zo zijn meesjes anders dan een roodborstje of spreeuw. En hoewel mei al vergevorderd broedseizoen is, kunnen sommige vogels nog een tweede legsel hebben, dus ook in juni kunnen nestkastjes nog bewoond raken!
Geniet vooral
Het allerleukste aan een vogelvriendelijke tuin is natuurlijk dat je zelf ook volop mee kunt genieten. Zet een tuinstoel in de schaduw, neem een kop koffie en kijk eens goed rond. Leg zelfs eens een camera klaar voor het vangen van die mooie momentjes van al die gezellige vogels. Misschien zie je een jonge mus gevoerd worden, hoor je een roodborstje zingen of zie je een pimpelmees in de weer met een pluisje voor zijn nest. En wellicht vindt een duif of merel wel zijn weg naar je tuin voor het bouwen van een nest. In juni is je tuin écht even een theater van de natuur.
Meer inspiratie
Lees elke maand nieuwe artikelen over tuinieren, planten en dieren