Kleuren zilverkaars
De vaste plant zilverkaars is een ranonkelachtige. Van oorsprong groeit deze in de vochtige bossen van Noord-Amerika en Azië. Het blad is enkel of dubbel geveerd. Afhankelijk van soort en cultivar is het blad groen, purper of chocoladebruin. Die kleur is medeafhankelijk van de standplaats van de plant; in de diepe schaduw maakt het blad meer bladgroen aan dan in de halfschaduw.
Oktoberkaars
In het najaar verschijnen de bloemen. De pluimen zijn opgebouwd uit honderden kleine witte of paarsroze bloemetjes. Deze kaarsen kunnen soms wel een halve meter lang worden. Ze verspreiden een heerlijke vanilleachtige geur die vlinders, bijen en zweefvliegen aantrekt. De lage najaarszon licht de pluimen vaak prachtig uit, waardoor het lijkt alsof er kaarsen branden in de tuin. Vanwege de late bloeitijd, wordt de zilverkaars ook wel oktoberkaars genoemd.
Wist je dat de wortelstokken van de soort Actaea racemosa worden verwerkt in kruidenextracten voor overgangsklachten?
Actaea of Cimicifuga?
De Latijnse naam van de zilverkaars is officieel Actaea. Voorheen stond deze mooie tuinplant echter bekend als Cimificuga. Vandaar dat je hem bij veel kwekers nog onder die naam tegenkomt. Over de nieuwe, Latijnse naam van de zilverkaars bestaat nogal wat discussie. In de Actaea-groep bevinden zich namelijk soorten die opvallend anders zijn dan de tuinplant. Zo zijn er besdragende planten die in het Nederlands Christoffelkruid worden genoemd. Deze planten hebben bloeien met kleine, witgele bloemen in plaats van de lange, kenmerkende kaarsen. Wanneer tuiniers het over zilverkaars hebben, gaat het vrijwel altijd om de oude ‘Cimicifuga’. Deze planten geven geen bessen, maar zaad na de bloei.
Soorten zilverkaars
Er zijn tussen de twintig en dertig soorten Actaea. Vooral onder de A. racemosa’s bevinden zich geliefde cultivars voor de border. Zoals de Atropurpurea, met opvallende purperen bladeren. Veredelaars zijn altijd op zoek naar de meest donkere bladkleur bij zilverkaarsen. De ‘Brunette’ en ‘Hillside Black Beauty’ zijn geslaagde voorbeelden.
Wil je een wat lagere variëteit, dan is de ‘Chocoholic’ geschikt. Ook ‘Pink Spike’ is een aanrader, met purperkleurig blad en roze aren. Piet Oudolf selecteerde A. racemosa ‘Queen of Sheba’, die sierlijk bloeit met hangende bloemen. Deze cultivar kan iets beter tegen direct zonlicht dan andere. Dat geldt ook voor de eigen selectie van Kwekerij De Hessenhof, ‘Satin Darkness’. Het blad glanst namelijk sterk en dat voorkomt zonnebrand. Actaea simplex-soorten bloeien over het algemeen wat later. Zo geeft ‘White Pearl’ in oktober bijna licht in de schaduw met zijn sneeuwwitte bloemen. A. acerina wordt circa 150 cm hoog en heeft groen, esdoornachtig blad. De cultivar ‘Compacta’ wordt ongeveer 80 cm hoog en heeft ook veel kleinere bloemen.
Standplaats zilverkaars
Zilverkaarsen houden van een plek in vochtige, goed doorlatende en humusrijke bodem in de (half)schaduw. Het zijn langzame groeiers. Houd rondom de plant dus wat ruimte vrij zodat zich grote pollen kunnen ontwikkelen. Strooi de eerste jaren wat (blad)compost rondom de plant voor wat extra voeding. Direct zonlicht kan de (donkere) bladeren verbranden. Ook als deze donkerbladige planten te droog staan, kan het blad lelijk worden. Geef de planten daarom de eerste tijd na het aanplanten extra water in warme periodes.
Zo combineer je zilverkaars
De zilverkaars kan tot wel twee meter hoog worden. Het maakt de plant tot een geschikte plant voor in een achtergronddecor. Lage planten die lichte bloemen geven steken mooi af tegen de donkerbladige soorten. Zoals laatbloeiende geraniums. De bloeiaren combineren goed met andere bloemvormen als pluimhortensia’s (Hydrangea paniculata ‘Floribunda’), ijzerhard (Verbena bonariensis), dahlia’s, monnikskap (Aconitum) en herfstanemonen. Let bij het combineren ook zeker op bladvorm. De bladeren van de zilverkaars zijn vaak diep ingesneden. Om de rust in de border te bewaren wissel je deze af met ronder blad als van hosta of voetblad.
Zilverkaars vermeerderen
Wacht met het delen van zilverkaars een aantal jaren tot zich stevige, grote pollen hebben gevormd. De beste manier om de plant te vermeerderen door te scheuren. Dit doe je door de plant met kluit voorzichtig uit de grond te halen, daarna trek je de wortels uit elkaar. Dit kan je doen met een spade, waarmee je het doorsnijdt of door handmatig te scheuren. Zorg dat de jonge planten voldoende water krijgen de eerste maanden.