Tijdens de winterperiode lok je vogels makkelijk naar je tuin door voer voor ze neer te leggen. Maar hoe doe je dit in de lente en zomer? Hoe groener je tuin, hoe meer soorten vogels voor je komen zingen. Wie wordt er nu niet vrolijk van al dat gefluit? Elke vogel heeft zijn voorkeur voor beplanting. Hieronder volgen een aantal tips om vogels je tuin in te lokken.
1. Fruit voor de merel
Bomen en struiken met aardbeien, bessen, appels en peren maken je tuin niet alleen mooier, je kunt er ook zelf van smullen. De merel komt je daarbij zeker helpen, want deze vogel is er dol op. Merels lusten ook wel zaden, insecten en andere beestjes, zoals regenwormen en larven. Maar bessen, bramen en aardbeien zijn topfavoriet. In het naseizoen komen daar pruimen, appels en peren bij. Ook zanglijsters en spreeuwen houden van vruchten, zelfs als die al een beetje beginnen te rotten. Tip: plaats een vuurdoorn in je tuin. Gegarandeerd dat daar vogels als merels, heggenmussen en winterkoninkjes op afkomen.
2. Een tuin vol bomen en struiken voor de koolmees
Koolmezen zijn niet te missen. Als je een nestkastje hebt opgehangen, is de kans groot dat een koolmees er gaat nestelen. Maar deze kleine vogeltjes met hun zwarte ‘stropdas’ zijn ook heel voorzichtig. Een blaffende hond of de grasmaaier van de buurman jaagt ze al weg. Bij onraad zoeken ze daarom snel een fijne verstopplek. Een grote boom en wat struiken in je tuin zijn dus van harte welkom. Liefst soorten met een dicht bladerdek, zoals de beuk, eik of meidoorn. Als je er voor de afwisseling struiken als hop, vuurdoorn of wilde kamperfoelie bij zet, voelen meesjes zich al snel veilig in je tuin. Lees verder over koolmezen in de tuin.
3. Berk en zonnebloem voor pimpelmeesjes
Nog zo’n bekend vogeltje is de pimpelmees, een van de makkelijkste vogels om te lokken. Hij is stukken minder schuw dan de koolmees, waarmee hij nog weleens wordt verward. In je tuin komen pimpelmeesjes vooral af op voer dat je voor ze klaarlegt. Wat betreft beplanting zijn struiken en bomen favoriet, daar foerageert het vogeltje het grootste deel van de tijd – op zoek naar insecten. Van nature is de pimpelmees een bosvogel. Het is dus begrijpelijk dat dichte takken en veel blad aantrekkelijk zijn, daar kan hij goed in schuilen. Denk aan appelboom, meidoorn of Gelderse roos (Viburnum opulus). Of een berk, want het meesje is gek op de katjes die aan de twijgjes verschijnen. Waar pimpelmeesjes (en koolmezen) ook op afkomen zijn het zaad van uitgebloeide bloemen als kaardenbol (Dipsacus) of zonnebloem. Laat deze dus vooral staan als ze uitgebloeid zijn en geniet van de meesjes die ervan komen eten. Bekijk alles over de pimpelmees.
4. Het winterkoninkje houdt van hop
De winterkoning komt veel voor in ons land, maar je ziet hem zelden. Hij is klein, bruin en vooral onopvallend. Horen doe je hem wel. Hij zingt het hele jaar door luid en duidelijk. Het winterkoninkje leeft beschut, maar je vindt hem ook in boomrijke woonwijken, zelfs midden in de stad. Wil je kans op een nestje, zet dan hop (Humulus) in je tuin. Deze inheemse slingerplant is vooral bekend als ingrediënt voor bier, maar met zijn dichte bladerdek en hopbellen ook een uitstekende plek voor de winterkoning. Die vindt er voedsel (insecten) en bouwt er een koepelnest in. Met een paar tips kun je het winterkoninkje ook helpen de winter door te komen.
5. Roodborstjes lokken met een rustig hoekje
Roodborstjes zijn nieuwsgierig en komen vaak dichtbij, maar ze houden ook van rust. Het zijn leuke vogels om naar je tuin te lokken. Buiten het broedseizoen leven ze het liefst in hun eentje en dulden geen andere roodborstjes in hun territorium. Ze scharrelen hun kostje op de grond bij elkaar, maar liefst wel in de buurt van struiken met ondergroei. Op die manier kunnen ze makkelijk vluchten. Een combinatie van de gewone vogelkers (Prunus padus) en de gele dovenetel (Lamiastrum galeobdolon) biedt de roodborst voldoende opties. Dat ziet er niet alleen mooi uit, maar is tevens een natuurlijke schuilplaats. Laat de plek met rust. Ook als de bladeren vallen, kun je deze gewoon laten liggen. Hier komt de roodborst vast om op insecten te jagen. In de winter is het roodborstje ook een graag geziene gast in Nederlandse tuinen. Lees verder over het roodborstje in de winter.
6. Zoete kers in de tuin voor de spreeuwen
De spreeuw is qua uiterlijk een onderschatte vogel. In de zon glanst hij afwisselend in blauw, groen en purper en dat is prachtig. Deze slimmerik heeft een voorkeur voor insecten. Op grasvelden en golfbanen is hij zelfs de natuurlijke bestrijder van emelten (de larven van de langpootmug). De kersen aan je kersenboom kan een spreeuw ook niet weerstaan. Hij komt er samen met een hele groep op af. Leuk weetje over spreeuwen: voor ze hun gezamenlijke slaapplek opzoeken, geven ze met honderden (en soms duizenden) een spectaculaire vliegshow.
Meer vogels helpen
Behalve deze tips voor planten, kun je ook op andere manieren vogels naar je tuin lokken. Wil je graag meer broedparen zien? Lees dan hoe je broedende vogels naar je tuin trekt. En wie alvast meer te weten wil komen over vogels in de winter, heeft zeker wat aan het item over vogels voeren in de winter.